TOAL EN TAIKEN
TIEDSCHRIFT VEUR GRUNNEGER KULTUUR
40e JOARGANG - NUMMER 3
september 2022Toal en taiken
op het web
SPAIGELPROATJE
Frank den Hollander van Pé & Rinus
Het cabareteske is de Zeeuwse Groninger niet vreemd. Zijn oom Jo den Hollander was in de jaren ’50 en ’60 van de vorige eeuw wereldberoemd in Zeeland. “Mijn vader had samen met Jo een cabaretgezelschap. De rest van de familie deed niet mee, maar mijn vader dus wel. Er was nog een derde broer maar die werkte bij de Rabobank. Dat was een heel serieuze man. Maar mijn vader en Jo die waren daar veel mee bezig. Dus ik heb daar zeker wel iets van meegekregen.”
Frank den Hollander (1957) groeide op in Middelburg. Na zijn atheneumexamen vertrok hij naar Groningen om aan de Rijksuniversiteit Engels te gaan studeren. Daar had hij erg veel zin in, maar hij zette er een punt achter in 1980. “Eigenlijk was ik al eerder gestopt. Ik heb het wat langer volgehouden tegen beter weten in om het af te maken. Die studie was echt niets voor mij. Als je bijvoorbeeld in Leiden terechtkomt om te studeren, dan is het daar heel erg gericht op Amerikaanse letterkunde. Waar ik nog steeds een grote liefde voor heb. Maar in Groningen is het vooral middeleeuwse taalkunde en daar moest ik doorheen. Nou ja, dat is niks voor mij. Toen ik van de middelbare school afkwam dacht ik: zal ik Engels studeren of Nederlands? Ik vond allebei even leuk. Mijn beide docenten vond ik ook hartstikke leuk. Uiteindelijk heb ik gekozen voor Engels en dacht: afmaken en dan word ik leraar Engels in Zeeland.”
Het liep allemaal wat anders. In Groningen waren ruim voldoende andere dingen te doen. “Ik weet niet of ik aan alle buitenschoolse activiteiten deelnam, maar wel heel veel.” Een van die activiteiten was bij de studentenvereniging Albertus Magnus waar hij Peter de Haan ontmoette. “Er kwam daar een songfestival waar je een liedje kon doen. Peter die deed iets op het songfestival eind ‘78 en ik had ook iets gedaan. Daarna zeiden we tegen elkaar: ‘Goh, dat is leuk. Zullen we iets samen doen?’ Het eerste liedje dat we maakten was Appelscha / Gezina. Later gingen we meer liedjes maken en toen zei Peter: ‘Ik vind dat best leuk’.”
De samenwerking groeide uit tot radio- en straatoptredens. De publieke belangstelling in de Herestraat was groot. “We hadden een klein koffertje en daar stond een telefoonnummer op. Dan belden ze soms op: ‘Wil je bij ons komen spelen?’ Dus gingen we steeds vaker optreden.” Het telefoonnummer leverde ook een platencontract op. In 1982 verscheen de lp: Op verziede in Waskemeer.
Daarnaast moest er natuurlijk geld worden verdiend. “Ik ben bij de Rijksuniversiteit in dienst gekomen. Op de administratie van het Kernfysisch Versneller Instituut. Later ben ik bij de Universiteitsbibliotheek gaan werken. Ze hadden een bibliotheekassistent nodig en dat paste heel mooi bij mijn buitenschoolse activiteiten, want ik werkte daar halve dagen.”
Vanaf die tijd verschenen verschillende artikelen en boeken van zijn hand. Het eerste boek was De stadswandelgids Groningen. “Dat kwam in 1996 uit.” Maar zijn creativiteit spreidde hij vooral ten toon in de Universiteitskrant. “Daar kon je leuke columns schrijven, een parodie of wat dan ook. Daar heb ik echt leren schrijven. Ik was redactielid van grofweg 1987 tot 1996. Op de achterpagina stond het feuilleton Mussengang, 'de belevenissen in een studentenhuis'. Iedereen las dat altijd als eerste. Er werd flink over gepraat, vooral vanwege de vaak nogal expliciete inhoud van tekst en tekening.”
“Het werd geschreven door een groep redacteuren en ze vroegen of ik ook wilde meeschrijven. Uiteindelijk bleven alleen Luuk Hajema en ik nog over. Toen Mussengang ophield, hebben we ook nog tien jaar een feuilleton in het Dagblad van het Noorden geschreven, Bij Hoog en Bij Laag. Basis was altijd een stukje tekst van 500 woorden, waar tekenaar Bert Cornelius dan een tekening bij maakte. Vooral die tekeningen maakten heel wat los. Van Mussengang zijn vijf bundels verschenen, die goed verkochten. Ook van Bij Hoog en Bij Laag zijn twee bundels gemaakt.”
Met Herman Sandman werkte hij aan de Inburgeringscursus Groningen, later gevolgd door de Wandelcursus Groningen. “Die inburgeringscursus, daar komt nu de tiende druk van uit. Dat is een leuk boekje. Dat kun je cadeau geven. De uitgever waarbij het in 2007 uitkwam, vroeg of we een hernieuwde druk wilden maken en om bepaalde artikelen te herschrijven.”
Met Jan Veldman, ook zo’n bekende naam in de Groninger cultuur, volgde een soort gedenkboek over het toneelgezelschap dat jarenlang voorstellingen verzorgde in het ruim van een boot die door Noord-Nederland voer. Er was hooguit ruimte voor 48 toeschouwers per voorstelling. “Met Just Vink, de oprichter en regisseur van het gezelschap hebben we dat boek geschreven over de geschiedenis van het Theater te water.”
Naast zanger en schrijver is Frank den Hollander theatermaker en acteur. “Alina Kiers en Carmen Schilstra organiseerden dit jaar voor de derde keer een hele zomer 'coronaproef' theater in de schuur achter eetcafé De Boerderij in Oosterwijtwerd. De eerste twee zomers was dat een unieke mogelijkheid om tussen de lockdowns door veilig theater te maken. Mensen zaten in de schuur op veilige afstand van elkaar. Er was voldoende ventilatie en veel theatermakers en musici wilden graag komen optreden. Behalve regionale grootheden ook artiesten zoals Freek de Jonge en Arjen Lubach.”
“Als opening van dit seizoen hebben we met een groep van zes vrienden (Alina, Carmen, Jan Veldman, Jeroen de Jong, Lielian Tan en ik) een programma op maat gemaakt: Karnivoale. Idee was, dat een groep circusartiesten uit de hele wereld weer bijeenkwam in Oosterwijtwerd, daartoe uitgenodigd door fakir Le Hachek en zijn vrouw. Die heeft echt bestaan: Anne Schaap, die leefde van 1896 tot 1974. Hij was een gerenommeerd variété-artiest die onder andere over glas liep, op een spijkerbed lag en vuur spuwde. De laatste jaren woonde hij inderdaad in Oosterwijtwerd. Onze show was een grappige revue met gekke liedjes, een Siamese tweeling, een man zonder benen enzovoort.”
“Helaas viel Alina Kiers bij de derde voorstelling (van de zes die we zouden doen) van het twee meter hoge podium en brak daarbij haar enkel. We hebben de voorstellingen dus moeten afgelasten. Alina is geopereerd en loopt nog steeds op krukken. Waarschijnlijk gaan we de voorstelling volgend jaar, in iets uitgebreidere versie, opnieuw spelen.”
De nieuwe cd, Pé en Rinus goan weer lös!, is opgenomen op 10 november 2021 in Theater Geert Teis in Stadskanaal. Het is een afspiegeling van twee jaar optreden in coronatijd. “Veertig jaar geleden zijn we begonnen. Dan kijk je wat je allemaal in die tijd hebt meegemaakt. We waren net begonnen er over na te denken en toen kwam de eerste lockdown. Toch zijn we bij elkaar gaan zitten. Er kwamen allerlei ideeën naar boven. We zijn gaan spelen in zaaltjes met maximaal dertig personen en anderhalve meter afstand. Toen we dachten dat het weer kon in een grote zaal, kwam er weer een lockdown. Uiteindelijk hebben we toch meer dan zestig voorstellingen gespeeld in die tijd. Dus dat is best veel. De laatste maanden was dat in grote zalen. Vorig jaar in oktober hebben we in de Stadsschouwburg gestaan. Dat was geweldig. Het had wel zijn beperkingen. Want iedereen moest zijn QR-code laten zien, waardoor we later zijn begonnen.”
“In die laatste voorstellingen hadden we het zo geregeld dat het publiek kon kiezen uit een paar oude liedjes. Er stond een kistje op het toneel en daar zaten songtitels in met een magneetje eraan. Dan moesten mensen uit het publiek met een hengeltje en een magneet eraan een songtekst zien te pakken.”
De cd begint met een nummer dat de luisteraar al meteen op het verkeerde been zet: Afscheidslied. “Daar begonnen we vaak mee. Het is een terugblik op wat we allemaal deden. In 1984 hadden we ons eerste afscheidsconcert.” Het lied gaat over de huis-aan-huiskrant Loeks, die overigens niet meer bestaat. “Fokko Kramer die had daarin een society-rubriek. Hij leeft nog. We hebben hem voor de cd-presentatie uitgenodigd en de cd overhandigd.” Pé typeert de journalist als “de Henk van der Meijden van het Noorden”. In het lied constateert het op de ziel getrapte duo dat ze nooit op de voorpagina van het blad hebben gestaan. “Er was indertijd een liedje, The Cover of The Rolling Stone. Daarin zong Dr. Hook dat hij altijd zo graag op de cover van The Rolling Stone had willen staan.”
Het lied Ochtendzon begint heel ontspannend. “Ik vind het een van de mooiste nummers. Het is heel fijn om te zingen. In bijna elk programma coveren we een lied van onze favoriete band The Kinks. Ditmaal het nummer Sitting in the Midday Sun. We zochten naar een lied over thuiswerken en het bijbehorende werkontwijkend gedrag. In het origineel van Ray Davies zit precies die sfeer. Alleen werd het bij ons de ochtendzon in plaats van de middagversie.”
Daarna volgen twee versies van Doodsteek veur de blues. “Peter zingt daarin over zijn vrouw. Het gaat allemaal zo goed. Dus een blues schrijven, dat lukt dan gewoon niet. Ik dacht: dan is het wel leuk om daar een soort antwoord op te geven. Met enige zelfspot volgt dan de versie van mij. Bij mij was de ellende allemaal voorbij. Ik uit me niet. Dus ik heb geen blues nodig. Dat is natuurlijk allemaal een beetje overdreven maar wel leuk.”
Kwakzalverij begint met een geweldige intro gevolgd door een stevige begeleiding van De Containers. “Het is geweldig zoals die spelen.” Het lied met ogenschijnlijk veel nonsens heeft een serieuze ondertoon: Kwakzalverij wordt bespottelijk gemaakt. “Peter die studeerde farmacie en is nog steeds apotheker. Die maakt natuurlijk een boel mee.”
Ofwotteringsknoal is de Groningstalige cover van Brendan Behans The Old Triangle. Het lied wordt door Pé & Rinus en de band a capella gezongen. “Wij kenden dat nummer en in 2010 hebben we het tijdens een show geďntroduceerd. Het is gewoon leuk omdat samen met die hele band te doen.” Pé en Rinus zingen afwisselend een couplet. Daarbij valt op dat het Gronings van Frank, sinds zijn verhuizing naar Groningen, sterk is verbeterd. “Als je de eerste plaat beluistert, zing ik een soort van namaak-Gronings. Maar ik heb wel een beetje gevoel voor taal. In 1975 woonde ik met studenten in huis. Die kwamen uit Stadskanaal en dan ga je vanzelf mee en nu praat ik natuurlijk ook wel een beetje het Hogelands van Peter.”
Bij de uitvoering van Z-side 2.0 wordt duidelijk dat er lichtbeelden worden vertoond. “Bij de hele show hadden we er dia’s achter. Dan lieten we foto’s zien die daar mee te maken hadden. Hier hadden we foto’s van de Euroborg erbij. In de tijd dat FC Groningen de beker ging halen en de foto van de gebroeders Koeman die daar indertijd debuteerden.” Uit de nieuwe versie van het lied komt naar voren dat de sfeer in het stadion in de loop der jaren is veranderd. “Vroeger was het heel duidelijk. Je kwam voor het voetballen. Nu zit je op de tribune om met elkaar te kletsen en dan moet je juichen om een doelpunt. Wij zitten er ook met een paar vrienden. Dat is gewoon gezellig. Je kijkt naar die wedstrijd en dan een tijdje later: ‘Hoe is de stand eigenlijk?’.”
Bevend Loppersum is de aardbevingsversie van het aloude Lopster toren. “Dit komt uit 2018. Toen hebben we met Freek de Jonge opgetreden. Dat was om te protesteren tegen die aardbevingen. Hij heeft ons gevraagd mee te doen. Wij hebben opgetreden in verschillende kerken in dorpen: Godlinze, Westernieland en zo. Natuurlijk allemaal om aandacht te trekken voor het probleem. We zijn ook nog met hem in De wereld draait door geweest.”
“Pinda’s in t Stadspaark, dat was in 2016. Rapalje en wij traden op in het Stadspark, Zij hadden ons gevraagd om mee te spelen. Maar zij spelen allemaal Ierse folknummers. Ons optreden was een ontzettend goede presentatie.” Het nummer, een cover van de Ierse klassieker Whisky in the jar, blijkt uitstekend in het repertoire van Pé & Rinus met De Containers te passen.
Rond het overbekende Framenummer hangt een bedrieglijk sfeertje. “Die wilden we altijd spelen. Geweldig nummer, altijd weer. We hadden die kistjes met de magneetjes aan de nummers erin. We hadden twee kistjes en in het tweede kistje zaten tien nummers. Maar dat waren allemaal dezelfde. Dus als je daarin ging hengelen kwam altijd Framenummer tevoorschijn.”
Tijdens het lied worden De Containers voorgesteld. Toetsenist Herman Grimme, bassist Mervyn Gerds en drummer Jetse Goris brengen elk een persoonlijk muzikaal accent aan in het nummer.
Consternoatie in de familie is een cover van Shame and scandal in the family. “Het is natuurlijk een hilarisch nummer met die familierelaties. Peter heeft daar een geweldige vertaling van gemaakt.”
Het duo speelt vrijwel altijd in op actuele ontwikkelingen. Deze keer met Acute cyber algoritmie. “Ik vind dit met Ochtendzon een van de sterkste nummers. Op de plaat van The Kinks uit 1971, Muswell Hillbillies, staat Acute Schizophrenia Paranoia Blues. Het gaat eigenlijk over dezelfde thematiek. Peter en ik dachten dat het een goed nummer was om de cyberproblematiek op te plakken. Het is heel langzaam en heel hoekig en Herman Grimme is hier goed bezig met die piano. Het past er allemaal heel goed in. Je kunt het ook horen aan het publiek na afloop, leuk is dat.”
Plattelandsvrouwen kreeg met de coronaversie 3.0 een nieuwe jas aangemeten. “We hebben al een paar keer een nieuwe versie gemaakt van dit nummer.”
De afsluiting, Wat is er mis met een lekkere doodsbedreiging?, klinkt niet opwekkend maar is in feite een heel actueel thema. “Elvis Costello zingt dit nummer altijd in zijn shows. De song heet (What's so Funny 'bout) Peace, Love and Understanding. Het is gewoon een heel serieus nummer. Dat de maatschappij verhardt en dat je bij het minste al uitgescholden wordt en dat soort dingen. Het tekent voornamelijk de sfeer hier in Nederland.”
“Ik ben een grote fan van Elvis Costello. Dat is echt mijn grote held. Hij komt nu eindelijk weer een keer in Nederland en dan ga ik natuurlijk naar dat concert toe. Ik denk dat ik alles van hem heb. Ik heb een meter cd’s van hem. Dus ik kijk er echt naar uit.”
Beide performers gaan dit jaar met pensioen. Frank werkte tot voor kort nog drie dagen in de week in de Universiteitsbibliotheek als communicatiemedewerker. “Ik heb ontslag genomen per 1 augustus en had midden juli mijn afscheidsfeest op de universiteit. Ik houd er vervroegd mee op. Ik kon er twee jaar eerder mee stoppen. Peter is nog steeds een of twee dagen in de week aan het werk. Hij heeft twee apothekers in dienst en een ervan gaat het overnemen.”
Maar het duo ziet de geraniums niet zitten. Het tweetal heeft namelijk een goed gevuld programma voor de boeg. “Dit jaar is het druk. We hebben nog verschillende optredens en een paar festivals en nog wat grotere optredens met de band. Na de zomer kijken we of er nog wat bij kan. We kijken dan ook naar volgend jaar. We houden er niet mee op. Misschien dat we nog leuke ideeën hebben voor liedjes. Met Jan Veldman is er een plan voor een wat grotere Karnivoale, volgende zomer, waarbij een circustent langs alle dorpen op het Hogeland trekt, met theater, workshops en meer. Dus er komt nog van alles.”
Pé en Rinus goan weer lös! (€ 15 exclusief verzending, www.hoornseplas.net/los)