TIJDSCHRIFT
VOOR FOLK EN
WERELDMUZIEK
nummer 119, oktober / november 2008
NEWfolkSOUNDS op het web
MARTIN KORTHUIS
Muze
(Dwaarshoes DW 004 / Marista)
Niet alle nummers op de Groningstalige cd van Martin Korthuis zijn nieuw. Twee nummers verschenen eerder in het kader van een Townes Van Zandt-dialectproject. Die songs, Wachten op t in en As ik die wil zain, passen qua stijl en inhoud volledig bij de zanger van Schiermonnikoog. De muziek bij Korthuis klinkt vaak somberder dan hij met zijn woorden zegt. Als hij “…wat voult dat goud…” zingt, klinkt dat meer ingehouden dan vrolijk. Dat geremde enthousiasme heeft ongetwijfeld te maken met zijn Nedersaksische afkomst. Ook zijn keus om het verhaal van Narcissus tot lied om te vormen past volledig in die sfeer. Het Hooglied lijkt dan ook een soort escape. De tekst is een geliefd object voor dialectvertalers. Ook Korthuis pakte dat Bijbeldeel op en ging er mee aan de slag. Het werd een broeierige voordracht tegen een ritmisch muzikale achtergrond. Madelief, dat ook eerder verscheen, kreeg een volledig nieuw arrangement. Het is een van fraaiste en vrolijkste nummers en nodigt uit tot dansen. Het lied maakt de tegenwoordige aanpak van Korthuis erg duidelijk. Wisselende muzikanten en zangers begeleiden de zanger/gitarist en zetten zijn teksten steeds tussen andere muzikale coulissen. Die aanpak geeft zijn liedjes duidelijk body. Met Ik kom altied weer toes rond de zanger af met Elco Stalknecht op de piano en zijn eigen gitaar als begeleiding. Zo keert Korthuis weer terug van een fraaie cd naar de alledaagse werkelijkheid.Joop van den Bremen