TIJDSCHRIFT
VOOR FOLK EN
WERELDMUZIEK
nummer 109, februari / maart 2007
NEWfolkSOUNDS op het web
TÖRF
Olipodrigo
(Törf, TSP 005)
Törf gaat vreemd. Zo kun je het rustig stellen. Voor buitenstaanders lijkt het zingen van het Friese lied Oan é dyk fan Keimptille misschien een makkelijk uitstapje. Voor Groningers is dat mentaal zeker zo zwaar als de weg naar Galicië en daar komt Processione vandaan. De processiemars past goed bij de groep zoals we die kennen. De aansluitende Paso doble do berbes geeft een nieuwe richting aan. In beide stukken valt veelzijdig doedelzakspeler Flip Rodenburg op. Het nieuwe Törf - met de markante stem van ‘voorzanger’ Henk Scholte – geeft volop ruimte aan alle muzikanten. Violist Marius Greiner leeft zich - met klassieke schwung – soms frivool uit en lijkt de andere Groningers zelfs tot swingen te bewegen. Bassist Eddy de Jonge leverde de tekst en melodie voor Loat mie heuren… waarin de geest van Woody Guthrie via Billy Bragg doorklinkt. Toch verliest Törf de traditie niet uit het oog. Twee driekoningenliederen passeren. Een ervan, het curieuze Starregesangh uit het midden van de zeventiende eeuw, is geschreven in een “bovenlands” dialect. Ook de Groninger dichters Hans Elema en Simon van Wattum komen voorbij.
Olipodrigo wijst in de richting van een Spaanse mengelmoes. Stimpstamp zou hier ook volstrekt niet passen. Dat Groninger woord voor hutspot zou Törf vooral te kort doen. Daarvoor stijgt de soms exotisch klinkende muziek te ver uit boven de inlandse uiengeur. De opgediende muziek heeft smaak en kwaliteit en is zeker geen stampwerk. Törf wijkt met deze schijf af van zijn lang betreden paden. De Groningers zijn een nieuwe weg ingeslagen maar vooral zichzelf gebleven.Joop van den Bremen