TIJDSCHRIFT
VOOR FOLK EN
WERELDMUZIEK

NEWfolkSOUNDS op het web

VOORPOST? ACHTERHOEK?

Het zal mien an de piet roesten

Joop van den Bremen

In het kielzog van Normaal opereren steeds meer muzikanten die gebruik maken van de streektaal uit de Achterhoek. Van de Achterhoekse Townes Van Zandt tot onvervalste stampotrock, het Achterhoeks is een veelzijdige taal. Is hier sprake van een ware hausse? Het zal mien an de piet roesten.

In ons land wordt weinig echte Nederlandse volksmuziek gespeeld. Er is natuurlijk wel traditionele muziek maar die wordt praktisch alleen uitgevoerd bij het volksdansen. Veel verder dan de Zevensprong, Boerenplof of Driekusman komen we dan ook niet. Voor de radio hoor je ook weinig eigen volksmuziek. Schamen Nederlanders zich daar misschien een beetje voor? In de landen om ons heen is dat toch wel anders. Neem Engeland waar die eigen muziek duidelijk aanwezig is. Daar worden oude balladen gekoesterd en kun je ze dus regelmatig horen. Een bezoek in de avonduren aan een Ierse pub of overdag aan een Schotse county-show zegt voldoende over de authentieke muziekcultuur ter plekke. Zelfs in Duitsland kun je bij de Lederhosen- und Dirndlmusik spreken van muzikale identiteit. In Nederland willen we dat blijkbaar niet.
Toch kruipt het bloed waar het niet gaan kan. Wordt de identiteit niet in de muziek gevonden, dan toch wel in de tekst. Vaak wordt het eigen dialect gekozen voor het neerzetten van een verhaal. Vervolgens wordt er populaire muziek uit andere culturen gebruikt om die streektaaltekst te ondersteunen. Van Friesland tot Limburg en van Groningen tot Zeeland wordt op die manier muziek gemaakt. Maar in het oostelijk deel van Gelderland lijkt er sprake van een hausse. In die streek ontstond twintig jaar geleden Normaal. Deze, vooral ook landelijk opererende, boerenrockgroep heeft in de regio echter geduchte muzikale medestanders. Van concurrenten kun je eigenlijk niet spreken omdat iedere groep zo'n beetje zijn eigen publiek heeft. Na Normaal is Boh Foi Toch met harmonicaspeler Hans Keuper, de meest bekende. Maar er zijn meer streektaalgroepen en -zangers in de Achterhoek. Soms stijgen ze tot populaire hoogte; Soms verdwijnen ze weer om een nieuw bestaan op te bouwen.

KAS BENDJEN
Volgens zanger-gitarist Hans Krabbenborg is Kas Bendjen het resultaat van een geintje. "In het begin hadden we helemaal geen verwachting dat het wat zou worden. We hebben een keer voor een weddenschap bij elkaar gezeten. Doen we een feestje, beuren we 500 gulden en dat zuipen we op. Ja zo werkt het. Nou ja nog een keer dan. Nou vooruit, nog één keer dan. En je merkt: de mensen vinden het leuk. Op een gegeven moment dan gaat het pas verder. Niet van: nu gaan we het maken." De muzikanten van Kas Bendjen komen uit Vorden behalve harmonicaspeler Kasper Sasse. Hij komt uit Ruurlo. "Kas betekent netjes" volgens Hans. "In Doetinchem weten ze al niet wat dat woord betekent. Dus eigenlijk zijn we een 'net bandje'. Dat klopt natuurlijk niet. Maar die naam moest hals over kop omdat we immers dachten maar voor een keer te spelen. Het zal 'mien an de piet roesten' dachten we toen. Maar ja van het een kwam het ander en dan kun je zo'n naam niet meer veranderen."
Kas Bendjen is een soort polka-rock groep die afwisselend rocknummers (met bluesinvloeden) en polka's (met harmonicabegeleiding) speelt. Behalve eigen composities wordt er ook gecoverd. De titelsong van de eerste cd is afgeleid van hun aangepaste versie van een lied van Willem Vermandere: 'Laot mien moar lopen'. Zelf noemen ze hun muziek Stampotrock. Ze gebruiken in hoofdzaak twee soorten teksten. Dat zijn allereerst niet verkregen liefdes: "Brenda is een nummer van een meisje dat echt bestaat. We proberen echt wel dingen te doen om heel dicht bij de mensen te staan." Dat laatste blijkt uit de tweede categorie teksten. Die handelen soms over het dagelijks boerenbestaan. En vanuit het gezichtspunt van de boer:
[...] Melkoaverschot, mestoaverschot.
de veestapel mot worden ingekort.
Weg bunt de dingen woar ie in geleuft.
De schulden stijgen tot oe heuft [...]

"Gitarist Robert zijn vader is ook boer" zegt Hans. "Die heeft geen opvolgers. Dat speelt zich nu wel af. Het houdt de mensen en Robert nogal bezig."

HENRY WELLING
Uit Wehl komt zanger-liedjesschrijver Henry Welling. Hij brengt een ander soort muziek. In 1988 begon hij gitaar te spelen en voelt zich vooral geïnspireerd door Amerikaanse singer-songwriters: "Het is een beetje begonnen toen ik de Amerikaan Townes Van Zandt hoorde. Ik heb hem een keer of vier, vijf live gezien. Toen heb ik gezegd dat wil ik ook. Want natuurlijk ben je geïnspireerd door anderen". Het maken van zijn eerste cd is een kleine sprong in het duister geweest. "Ik heb het allemaal zelf betaald en achteraf gezien is dat een groot risico geweest. Op dat moment zie je dat niet. Je bent een beetje blind van het idee dat het een prachtige cd aan het worden is. En dat is het natuurlijk ook. Achteraf maak je de balans op en dan zie je dat er toch nog wel wat binnen moet komen. Het loopt nog steeds. Maar het leuke van een cd maken is natuurlijk dat je wat meer mogelijkheden hebt. Want die muzikanten heb ik met een optreden niet bij me."
Ook wordt de muzikale ondersteuning van een Australische Yekaki gebruikt. "Ik vindt dat eigenlijk zelf de leukste vondst van de cd" De "Texaanse" Achterhoeker is alweer bezig met de voorbereiding van een nieuwe solo-cd, die wat soberder moet worden: "Dat wordt een cd die iets dichter bij de solo-optredens staat. Iets minder spektakel dan op de eerste cd. Iets eenvoudiger. Zelf met de gitaar of David Goldschmidt weer aan de piano. Het moet gewoon iets dichter bij de realiteit staan". Henry heeft een eigen publiek. "Ik zal nooit in een kermistent terecht komen. Misschien als ondersteunend actje voor een avondvullend programma. Boh Foi Toch, Jan Ottink en Normaal kunnen een hele kermiszaal bespelen. Die ambities heb ik niet."
"[...] Zónder koffers gao, ik gao zónder 'n trugblik.
De bagage zit in mien kop daor slao ik vrógger op [...]"

Henry gebruikt het Achterhoeks bewust. "Het dialect vloeit beter en klinkt mooier dan wanneer ik in het Nederlands ga zingen. Dan wordt het echt overdreven Nederlands. Ik denk dat ik meer in het dialect spreek dan in het Nederlands".

SPÖL
Voor Spöl, de band met het hoogste folkgehalte in de Achterhoek, ligt die taalkeuze anders. Hans Hilferink, zanger-gitarist: "Ik ben altijd meer zanger-tekstdichter geweest dan Achterhoekkenner. Het dialect is voor ons een keuze geweest die niet vanuit een gedrevenheid is ontstaan. Ik denk dat het bij Hans Keuper meer het geval is. Ja kijk we zijn dialectsprekers maar dat zegt op zich zelf niks. In het dagelijks leven praat ik ook algemeen beschaafd. Dus je kunt net zo goed zeggen dat we tweetalig zijn. Het was in het begin zo dat die muziek en die liedjes in het dialect mooi aansloten en daarom vind ik die eerste cd van ons het meest een eenheid."
Na nog twee cd's is de groep gestopt. Op 30 januari was het afscheidsconcert van de band die tien jaar meedraaide in de Achterhoekse muziekcultuur. De groep vond het imago niet meer in overeenstemming met de werkelijkheid. Hans: "De wens werd mede door bezettingsveranderingen steeds groter om meer de kant van de popmuziek uit te gaan en Spöl te laten voor wat het is. In de regio staat Spöl nog steeds bekend als een groep die wat folkachtige dingen maakt, vooral voor oudere mensen. We hebben nu een aantal jaren een wat steviger geluid. Maar er stond naar aanleiding van ons concert in december nog een beschrijving in de krant met als laatste zin: 'En dat louter en alleen op akoestische instrumenten'". Dat beeld klopt niet meer. Daarom vormt de groep na een kleine bezettingswisseling, een nieuwe band met een nieuwe naam. Een Nederlandstalig repertoire is er al. Ongetwijfeld komen we die groep nog eens tegen want sommige dingen blijven volgens Hans: "Ik vind mijzelf geen zanger van groot kaliber en dat hoeft ook niet. Maar de sterke kant is dat ik met het publiek speel. Dat wil ik blijven doen. Er is veel concurrentie maar we hebben wel wat ervaring."

JAN OTTINK BAND
De Jan Ottinkband is een rockband die qua muziekstijl wat minder in dit kader past. Toch is er aanleiding genoeg om eens met Jan Ottink te praten. Tussen zijn liedjes over liefde en vooral het bijbehorende verdriet, vallen ook geëngageerde teksten op zoals 'de tied':
"[...] egoïsten, dee marcheert en bralt
in de waan van een kwaad verleden
tegen de tied, dat ze bunt oet-elald
bunt ze vergetten wat ze écht deden [...]"

"Het idee kwam eigenlijk n.a.v. een bericht op het televisiejournaal over grafschennis in Frankrijk, op zeer grote schaal. Maar bij ons in de buurt was het ongeveer in dezelfde periode ook. We hebben daar veel reacties op gehad."
Samen met Dianne Marsman, zangeres van de band, vormt Jan Ottink het duo Hadiejan. Zij brengen vooral luisterliedjes op wat minder luidruchtige partijen. Het muzikale koppel bracht ook een cd uit. "Dat was geen cd van de band. Het was duidelijk voor ons, als duo. De drummer en de toetsenist doen mee maar hebben geen eigen versie van de nummers gemaakt zoals we normaal met de band op repetities doen. In dit geval is het ingespeeld zoals ik het graag wou. Het heeft een andere sound en dat was ook de bedoeling. De muzikanten van de band hebben niet de neiging om zoiets ook life uit te voeren."
Jan Ottink is een typisch produkt van de Achterhoekse muziekcultuur: "Ik kom uit een muziekfamilie. Ik heb drie broers en twee zussen en iedereen thuis speelt muziek. Mijn ouders ook dus. We hebben met 'Ik jaag op spoken' gebruik gemaakt van het aanwezige kunnen." Er zijn echter meer muzikanten in de Achterhoek dan zijn familieleden: "Wat mij opvalt is dat de Achterhoek veel minder verstedelijkt is als Twente. Het dialect als cultuurgegeven is daar veel meer verdwenen dan in de Achterhoek. Maar in het algemeen geldt dat het in de Achterhoek stikt van de bandjes. Dat is opvallend. Maar ook al voordat dialect als voertaal in de popmuziek hier gemeengoed werd. Dat heeft ongetwijfeld met de cultuur van vroeger te maken. Ik weet niet beter of in de Achterhoek heeft elk dorp, elk gehucht en elke buurtschap wel een band of meer bands die het ook nationaal wel goed doen. En muziekverenigingen kom je in Nederland vooral tegen in Limburg, in Brabant en in de Achterhoek. In Twente alweer wat minder. Opvallend is dat in de cultuur van de streek die muziek er op zich al heel erg in zit."
Muzikaal is de Achterhoek dus al langer in beweging. In dat opzicht is die streeknaam onjuist. Ongetwijfeld zal nog meer muziek, van hieruit, tot in de rest van het land doorklinken. De voorzangers zijn alvast begonnen.

Discografie
Kas Bendjen: Loat ons moar lopen (1995, KB 0795)
Henry Welling: De Hèùjmaker (1994, HWCD 001)
Spöl: Spölkwattier (1989, Petjen, SP 9891130 OL)
Altied aeven spöls" (1992, Autogram, ALCD 5501)
Op huus op an (1994, Petjen, SP 49910182)
Jan Ottink Band: Leever lui (1992, LINK CD-2)
Ik jaag op spoken (1994, LINK CD-3)
Live, Bewogen (1995, LINK CD-4)
Hadiejan: As ik verdwaaln... (1995, SIL 005)


Deze pagina is bijgewerkt op