Tijdschrift voor folk en volksmuziek
Nr. 17, september 1978
doe moar gewoon,
dan do 'al normaal genogDramatische plaats van handeling: een kleine plaats in Gelderland. Het is zaterdagavond. Vanuit alle dorpjes in de omtrek razen motoren en lichte bromfietsen richting dorpshuis. De deernen achterop, strakke broeken aan en - evenals de stoerbehelmde bestuurders - met 'n pens vol power en 'n goeie zin. Thuis is de Grolsch biervoorraad duchtig aangesproken en buitengewoon vrolijk gestemd betreden ze de feestzaal. Honderden hebben de ruimte barstensvol gevuld. Het moment; is daar: onder, luid geschreeuw betreedt de band het toneel. NORMAAL speelt voor eigen parochie en succes lijkt verzekerd. OEREND HARD scheurt door de spiekers, gevolgd door hun successen ALIE, DALDEEJEN en het schandelijke IK BUN MOAR EEN EENVOUDIGE BOERENLUL. Eén lied is geschreven op de sfeer tijdens soortgelijke optredens: "Wat geet 't der hier toch groelijk, heer. Dat volk dat geet hier as een gek tekeer. De wagen van Grolsch ri-jt als moar an. En de leu die zoept wat 't halen kan en 't keerltjen hier dat krig zomet nog meer".
Het volk dringt verder op richting podium. De ober, die beladen met een blad bierglazen het midden van de zaal tracht te bereiken, ontdekt tot zijn verdriet dat het blad al leeg is, voordat hij een stap in de menigte gedaan heeft. Niet lullen jongens, agge maar leut het (weer een geheel ander dialect).
De costumering van de vier NORMAAL leden is opvallend semi-nette pakken, die bij het nabijgelegen Leger des Heils depot weggehaald lijken te zijn, oude grote hoeden op het hoofd. De strop van de gelijknamige stropdas wordt al snel naar beneden getrokken en de eerste knoopjes worden uit de gaatjes gerukt. Bronstige deerntjes, het hoofd op hol gebracht door de muziek, de pils en de drang "een daad te stellen", schuifelen naar voren en beklimmen het podium, waarbij de moedigste probeert de broek van des zangers kont te rukken. Geen problemen, het komt de sfeer alleen maar ten goede. De ratio zakt, maar de pret stijgt. Glazen bier suizen door de lucht, liters Grolsch worden uit de dorstige monden gespuwd. ho jo, ho jo. De zanger, tevens gitarist, balanceert vrolijk op de podiumrand en wordt - eigen schuld, dikke bult - in het publiek getrokken.' Op een foto kan je het zien: al spelend, met de hoed op 't hoofd, verdwijnt hij in de kolkende menigte. Wat vinden ze er zelf van die jongens van NORMAAL. Hun ervaringen zijn op de plaat te vinden. "Wi-j stoat hier weer te pezen.Wi-j goat der stevig tegen-an. I-j kunt geruste weazen. Straks goa 'w hier vandan. De harses doet mien zeer. Elken oavend dat geblear. 't Spul steet op de kop. Zie hebt heel wat op. Eerst dat gesjouw. Dan weer noar de vrouw. 't Keihard warken. Zwoegen as 'n gek. 't Is goed te marken an 't einde van de wèhk". Ook verklaren zij: " 't Spöllen in 'n band liekt mooier dan 't is. 't Is zwoegen en hard warken, 't is joa lang niet mis. De warkelijkheid vult lang niet met. Iederen oavend kom i-j laat in bed. Keer op keer dree-jt 't uut op gezoep. Dat i-j bek af, laat 't bed in kroept. 't Schut in de rugge van al dat kasten sjouwen. En gezanik an de kop van kwoaje, hellige vrouwen." Een opvallende beschouwing van het eigen vak, maar zodra er weer een concert gegeven moet worden, stappen ze hun zwartgeverfde bus weer in, waarop een doodshoofd geschilderd is en op de achterkant "kiek uut" te lezen is.
NIET MOEILIJK DOEN
NORMAAL is duidelijk een groep die er zin in heeft een goede sfeer te verspreiden. Het is een opvallende en unieke groep, die zeker ook voor de Janviool lezers het beluisteren waard is. Want, waarde folklieden, er is meer in Nederland te vinden dan oude liedboeken verslindende puristische groepen. Ga maar eens naar Gelderland; enkele jaren geleden werd een groep opgericht, die de typisch calvinistische naam NORMAAL kreeg. Het credo: niet moeilijk doen, gewoon lekkere rockmuziek maken op teksten die iedereen goed zou kunnen volgen. "We're gonna have a real good time together", zou Lou Reed zeggen, hoewel die natuurlijk niets met dit verhaal te maken heeft, maar niettemin uitstekende muziek maakt. Zoals ook in plaatsen als Volendam, waar de mensen een eigen bijnaam krijgen, die min of meer als eigennaam gehanteerd wordt, hebben de vier leden van de groep ook een eigen naam: Buizen Bearnd, Wimken van Diene, Frederik Puntdroad en Brekken Jan Schampschot.
In het repertoire van NORMAAL zijn een aantal kernwoorden te onderscheiden: BREKKEN, ZOEPEN en DALDEEJEN. Je zou ze kunnen vergelijken met het Duitse trio: Wein, Weib und Gesang, hoewel wij Nederlanders wellicht kunnen spreken van: geinen, geilen en zuipen (ik kon er ook niet iets leukers van maken). De groep is officieel tijdens het popfestival in Lochem in 1975 begonnen. Toen nog met 5 mensen, waarvan het vijfde lid er uit gesneten is,toen bleek dat hij in Den Haag geboren was. Voor mij, als volboed Hagenaar, een nauwelijks te verteren zaak. Voor Phonogram werd door Peter Koelewijn een single geproduceerd, die in het geheel niets "deed". Koelewijn was er tegen dat NORMAAL in dialect bleef zingen, en meende er een A.B.E.groep van te moeten maken (Algemeen beschaafd Engels). De groep weigerde en trok richting zuiden naar het wonderlijkste label van Nederland, Telstar. Schlagerkoning Johnny Hoes ontfermde zich over de jongens en liet ze de vrije hand bij het maken van een LP. Ook de voormalige protestzanger Armand ("Ben ik te min") vond destijds bij Hoes onderdak en liet niet na de Schlagerkoning compliment op compliment toe te dienen, hoewel hij bijna geen plaat meer verkoopt.
oerend hart
De LP heette OEREND HARD. Het titelnummer verscheen ook op single en belandde zowaar in de hoogste regionen van de hitparade. Het nummer is een equivalent van vijftiger en zestiger jaren hits als "Tell Laura I love her" en "Death man's curve", naar Nederlandse begrippen teruggebracht met de magistrale refreinregel (de motoren zijn inmiddels door onfortuinlijke snoevers te pletter gereden): "Zi-j gingen oe-oeh-oehoe-oe-oeh-oerend hard." Naar mijn weten is het niet of nauwelijks voorgevallen dat een dialectplaat (Achterhoeks dus) in een hitparade gekomen is (of het moet de Wilde Boerendochterne van Ivan Heylen zijn, waarvan de charme was dat je het nors geschreeuw niet kon verstaan). De jongens brachten het verpletterend en maakten er een ruige show bij. Op deze LP staat ook het tweede single-nummer ALIE, wat enigzins aansluit bij de protestsongs van Armand: "Alie is een deerntje van amper achttien joar. Zie zut mien echt wel zitten, moar heur pa steet altied kloar. Den achterdochtigen drietkeun lig altien op de loer. Moar eerdaags zak'm kriegen den maffen ouwehoer".
Ook hoor je in dit nummer de filosofie van NORMAAL, wat in meer nummers nader is uitgewerkt: "Weg met orde en gezag.I-j wet zelf wel wat kan en mag. Weg met al die goede zeden.Want wi-j leaft niet in 't verleden".
De plaat is vergezeld van een bijlage, waarin tientallen foto's staan van hun beruchte optredens en bevat tevens alle teksten.
Hierna verschenen de single DALDEEJEN en een carnavalsplaat die zij samen met Hoes maakten (sic! ) :BIER,BIER,BIER. Naar mijn mening was dit laatste experiment een miskleun: de maffe sound van Hoes en de rocksound van NORMAAL laten zich moeilijk combineren.
de meester en de pastoor
1978 leverde de tweede succesvolle LP OJADASAWA, genoemd naar het titelnummer, waarin de dorpse roddel bekeken wordt (o ja, dat zal dan wel zo zijn). De productie blijkt plotseling stukken beter te zijn. Was de eerste plaat vrij tam gesneden, de tweede bleek recht te doen aan de rockmuziek die de groep produceert. Scheurende gitaren, die nogal aan Status Quo doen denken. Op OJADASAWA wordt een aantal malen teruggeblikt op het eigen leven van de groepsleden. Zo wordt gezongen over de meester en de pastoor die, nadat ze eerst niets van de jongens wilden weten, ze nu trots op de schouders slaan. Op de plaat staat zelfs een stukje natuurlyriek die in het werk van Rien "gnoom" Poortvliet zeker niet zou misstaan: D' N HUULENDE WAAKHOND. "Op een kolden winteroavend as 't vrus at bas. Op de vievers en de bekken glimt 't iets as glas. Op de bulten en de Hummelse hei, lig een dik pak snee. Op de losse plekken in 't bos, loopt sporen van een ree." Ook is de plaat weer aangevuld met twee bijlagen met teksten en boordevol foto's. Op de achterzijde van de hoes een prachtfoto van de groep die geheel lazarus tussen de bierflessen in slaap is gevallen. Op het moment dat ik dit schrijf is hun laatste single de hitparade binnen gedrongen,"IK BUN MOAR EEN EENVOUDIGE BOERENLUL", die tientallen TROS-leden hun lidmaatschap heeft doen opzeggen en ook door andere omroepverenigingen geboycot wordt. het kan dan niet anders dan een goede plaat zijn en ik kan de verleiding niet weerstaan enkele passages te cite-ren:"Wet i-j wat i-j doet, i-j ziet moar. Ik doe der niet an met. Loat ze moar lullen of niet dan. Ik zorg wel dat ik mien red. I-j hoeft mien niks te prèken, i-j maakt mien toch niks wies."
anhangerschap
Niet alleen hun muziek en teksten zijn opvallend, ook hun fans gedragen zich origineel.Ze geven nl. het beste en mooiste fanclubblad van Nederland uit, de ANHANGERSCHAPBODE. Van dit langwerpige blad vol prachtige foto's zijn nu 5 nummers verschenen. In elk nummer een fraaie fotostrip, compleet met enige Sex, analyses van soorten bier, aankondigingen van een voetbaltoernooi (hoofdprijs en vat bier), een beschrijving van een Achterhoekse kroegentocht enz.enz.
Alle artikelen zijn in het Achterhoekse dialect geschreven, wat voor jullie lezertjes van Janviool toch wel een aanbeveling zal zijn. De kosten zijn gering: F 10 per jaar, waarvoor je dan 3 nummers krijgt en een gratis optreden van de groep.
Ook kan je tegen korting allerhande artikelen kopen, waaronder een NORMAAL onderbroek, ook wel slip genaamd.
Adres:Postbus 223 in Doetinchem.Tot slot nog even het woord aan de zanger Buizen Beernd: "En witers,och de mensen hebt natuurlijk 't volste recht um 't stomme rampetamp te vinden. Wi-j en grote getallen mensen met os hebt d'r ieder weekend onmundig schik met en doar geet 't toch moar umme of niet dan soms ?"BOB ZWAAL