17 augustus 2011
De Stentor op het web
‘Ha die Jan’ en ‘Ha Dian’: HádieJan
Twintig jaar samen zingen, samen muziek maken. Samen liedjes schrijven, samen op het podium, samen in het theater, samen op tv en samen in de krant, Dianne Marsman en Jan Ottink.
Zijn jullie ook echt samen? “Ha,ha, dat denken inderdaad veel mensen. We krijgen na afloop van een optreden vaak de vraag: ‘Maor hebt jullie noe echt wat met mekaore?’ Het antwoord is nee. Sommigen geloven dat niet: ‘want hoe jullie mekaor an kiekt..’ We laten het dus maar in het midden.”Jan: “Het was in 1991 dat we met de Jan Ottink Band een nieuwe zangeres zochten. Van Dinie Zweverink in Lochem kreeg ik de naam van Dianne Marsman door. Ze had net het songfestival in Laren gewonnen. We hebben haar uitgenodigd voor een auditie.” Dianne: “Ik zong al in een gospelkoor en de band Maat 42. Ter voorbereiding van de auditie kreeg ik een cd met elf nummers, waarvan ik er twee mocht uitzoeken. Maar ik was zo enthousiast: ik kende ze bij de auditie allemaal.” Jan: “Dat enthousiasme gaf de doorslag. En Dianne spreekt en zingt uitstekend in het dialect, een voorwaarde voor de auditie. Plus natuurlijk het stemgeluid. Onze stemmen kleuren heel mooi bij elkaar. Zo mooi, dat we besloten om naast de band ook samen wat te gaan doen. Geen scheurende gitaren, zoals in de Jan Ottink Band, maar akoestisch, heel klein met luisterliedjes.”
Jan: “Die naam was snel geboren. Als mensen mij tegenkomen roepen ze vaak: Ha die Jan!” Dianne: “En bij mij: Ha Dian! De naam is dus herkenbaar voor ons allebei.”
Dianne: “Het dialect kreeg ik thuis met de paplepel ingegoten. Ik ben geboren en getogen op een boerderij in Loarne. Ja, ik heb iets met het dialect. Het is mijn moedertaal. Zo vanzelfsprekend, dat ik niet eens door heb dat ik in 't plat zing.”
Jan: “Ik ben opgegroeid in Reetmölle. Bij ons thuis werd ook alleen plat gepraat. We zijn dus allebei kinderen van het Achterhoekse platteland.”
Jan: “Bij ons thuis maakte iedereen muziek. Ik ben blij dat ik opgroeide in een gezin waar dat ook mocht en kon. Mijn vader speelde bij de harmonie, mijn broer en oudste zus gingen naar het conservatorium. Ik begon met klarinetles op de muziekschool en op m'n zestiende met popmuziek. Ik heb altijd in allerlei bands gespeeld. Nee, zonder muziek zou ik niet kunnen leven.”
Dianne: “Ik kom uit een gereformeerd gezin, bij ons thuis werd vooral veel gezongen en ook muziek gemaakt. Ja, het is belangrijk voor mij. Natuurlijk: je hebt altijd wel eens dat je even geen zin hebt. Maar als je weer eenmaal op het podium staat denk je: yes! Je kruipt dan in een andere rol. Daar geniet ik van. We schrijven onze eigen nummers, zowel de teksten als de muziek. Als dan na afloop van een voorstelling bezoekers je komen bedanken, is dat leuk. Mensen echt raken met je eigen liedjes, dat is het mooiste wat er is!”
Jan: “Meestal lukt dat ook wel. Behalve dan die ene keer in Epe. De mensen waren heel enthousiast. Totdat we een nummer over vreemdgaan zongen. Ik vertelde er iets grappigs bij over overspel. Het werd doodstil in de zaal. Na afloop ook geen applaus, niets.”