Joop ten Have uit Silvolde was jarenlang lid van carnavalsvereniging “De Foekepot”. In 1965 werd hij tot Prins Silvius VI gekozen. Daarna was hij enkele jaren lid van de Raad van Elf.
Vanaf 1971 stond hij in de buut van “De Foekepot”. Eerst samen met anderen als duo maar in 1974 ging hij alleen als De Nöt verder in diverse creaties.
Na een bezoek aan het carnaval in Keulen ontdekte hij dat een contrabas en een accordeon goed samengaan. Zijn kennis, Martin Peters, had een accordeon en hijzelf een contrabas. Martin werkte in een elektrowinkel in Terborg waar onder meer gloeilampen werden verkocht. Hij kreeg de bijnaam Peerken. Joop kwam voort uit een schildersbedrijf waar ook ladders werden verkocht. Hij kreeg de bijnaam Leerken.
Het duo Peerken en Leerken uit Silvolde begon in 1974. Het eerste succes was op "De Foekepot"-bühne met Plekken veur de Gemeenteraod. Daarna volgden vooral eigen liedjes. In 1980 won het duo het Liemers Schlagerfestival (dat toen werd gepresenteerd door Chiel Montagne) met het liedje Loaw toch gin kapsones kriegen. Daarna werden ze steeds bekender in de regio en traden ze bij diverse gelegenheden op.
DISCOGRAFIE
Single 7" samen met de Raddrea'jers
"Vaste'loavend / Löw toch gin kapsonus kriegen" (Telstar TS 3239 TF, 1981)
LP's samen met anderen
"K.V. De Batavijven, Liemers Sclagerfestival"(Starlet 270181, 1979?)
"Liemers Schlagerfestival 1980" (Telstar Speciaal TSP 16997 TL, 1980)
"Achterhoek plat 4" (Ivory Tower ITL 25.131, 1983?)
"6e Liemers Schlagerfestival" (Ivory Tower Records ITL 25.180, 198?)
CD samen met anderen
"20 liedjes in het Gelders" (Ivory Tower ITD 20.162, 2000)