TIJDSCHRIFT
VOOR FOLK EN
WERELDMUZIEK
nummer 115, februari / maart 2008 |
NEWfolkSOUNDS op het web |
FJOUWER TRÛBADOERS
De âlde púndyk by del
(Eigen uitgave trûb 8 / Marista)
Vier door de wol geverfde muzikanten hebben er lol in. Ze zingen en spelen, vooral met het publiek. De sessies van de succesformule vonden dit winterseizoen plaats op diverse locaties in Friesland. Bij de aftrap verscheen een nieuwe schijf met enige ernst en veel humor. Hoewel de pointe voor velen - door het Fries - vaak verloren gaat, klinkt de muziek met mengsels van verschillende stijlen aangenaam. De mannen zijn weer wat ouder en strooien dus nog meer levenswijsheden rond. Naast Moarn is wer in dei kun je volgens Jaap Louwes het leven best met een soap vergelijken. De kritische noot kraakt Doede Veeman in Lytse poppe, een lied dat in de ware Friese cabarettraditie past. Op een swingende cover van de Hotclub de France fileert het viertal de groei-economie vakkundig. De BOB staat stevig in de actualiteit en ook de boerin die een man zoekt. Piter Wilkens schittert in Thierre La Fronde met zijn gekende Vreeswijk-stijl, dit keer in Franse sferen. Het publiek omarmt Cliffs of Moher van Gurbe Douwstra al voor de uitvoering. Dan blijkt dat het hier toch geen studio-opname betreft. Geen gelikte en kunstig ingekleurde effecten dus; wel een uitstekend opgebouwde sfeer door rasartiesten. De vier Maten foar it libben bouwden hiermee voor de laatste keer (!?) een audiomonument voor zichzelf en anderen.
