TIJDSCHRIFT
VOOR FOLK EN
WERELDMUZIEK

NEWfolkSOUNDS op het web

WRÂLDFRYSK

‘een goed concept moet je niet uitmelken’

Tekst: Joop van den Bremen

Vier muzikanten die hun sporen in de muziek ruimschoots hebben verdiend, spelen WrâldfrysK. Deze wereldmuziek doorspekt met Friese zang kreeg vorig jaar vorm. Na optredens in Friesland waagt het kwartet nu de sprong over de provinciale grens. Op 22 maart j.l. vond in het Korzo Theater in Den Haag de Nederlandse première plaats; andere plaatsen volgen.

Doede Veeman met zijn woeste baard maar gemoedelijke inborst is al meer dan veertig jaar actief als muzikant en zanger. Kritische Friese liedjes vormen zijn handelsmerk. Vaak zijn de gezongen situatieschetsen diep in ironie gedoopt. Veeman stond al vaker met andere Friese muzikanten op het podium. Halverwege de jaren negentig werkte hij mee aan het Rayonhaden-project. De laatste jaren is hij een van de - in Friesland - razend populaire Fjouwer Trûbadoers.
Herman Prins van RemoliNo nodigde hem uit om samen iets te gaan doen. Veeman was daar erg verguld mee. “Dat zijn echte topmuzikanten, althans van mijn gezichtspunt uit gezien.” Eigenlijk kwam het ook wel goed uit omdat zijn ‘VUT’ naderde, “want zoiets kost natuurlijk een hoop tijd.”
Rém’oly was de voorloper van RemoliNo. In januari 2003 gaf het kwartet na meer dan tien jaar musiceren een afscheidsconcert. Drie van de vier muzikanten, Herman Peenstra, Carel van Leeuwen en Marcel Prins, wilden echter wereldmuziek blijven maken en vormden RemoliNo. De geschoolde musici kom je in allerlei andere combinaties tegen. Peenstra (accordeon) was kort na de oprichting lid van Di Gojim en speelt nu nog in Baro Drom. Carel van Leeuwen (o.a. contrabas, cello, gitaar en panfluit) speelde in de volksmuziekgroep Violier en begeleidde Nynke Laverman in een ensemble. Marcel Prins reisde als begeleider van de dansgroep Hupsakee de hele wereld over. In RemoliNo spelen ze met zijn drieën volksmuziek uit vrijwel alle hoeken van Europa.
Samen met Doede Veeman startte het trio begin vorig jaar met de repetities voor het nieuwe project. Veeman: “We hebben een programmaatje gemaakt en dat blijkt redelijk goed aan te slaan.” Op 19 mei 2006 beleefde Heerenveen de Friese première van WrâldfrysK. Het viertal mengt daarin Europese volksmuziek met Friese teksten tot finskfrysk, ierskfrysk, balkanfrysk, frânskfrysk, deenskfrysk en jiddyskfrysk. De grenzen tussen de soorten zijn niet haarscherp. Het balkanfrysk en jiddyskfrysk leunen sterk tegen elkaar aan. Gezien de oorsprong van de muziek is dat geen verrassing en het ierskfryske Twa roeken vertoont ook bretonse trekjes.
Doede Veeman zingt alle liedjes en de RemoliNo-muzikanten kleuren die passend in. Daarnaast speelt het viertal instrumentaaltjes. In het programma passeren bekende en minder bekende melodieën en liedjes. Redelijk bekend is bijvoorbeeld I buried my wife and I danced on top of her. De bewerking van deze Ierse double-jig heet Parrebeam en het lied vertelt wat er allemaal onder een perenboom kan gebeuren. Doede Veeman zingt het en bespeelt daarnaast de uillean pipes, die ook in het overige ierskfryske deel naar voren komen. Skûlkelder-jankfodde is een jiddyskfrysk nummer. De schuilkelder-smartlap beschrijft het verblijf in een atoomschuilkelder. In deze historie komen zowel de kritische als de ironische zijde van tekstschrijver Veeman naar voren. De overige muzikanten kleden de treurzang verder aan tot jammerklacht. Het is een typisch voorbeeld van het synergetisch effect dat de combinatie Veeman-RemoliNo weet te bereiken.
Volgens Veeman zijn er al mooie dingen uit de samenwerking voortgekomen. De RemoliNo-muzikanten leverden nieuwe, fraaie arrangementen die zijn liedjes meer body gaven. “Als wij nog eens een programma maken, zouden we misschien ook gaan schrijven. Maar deze liedjes bestonden al; een paar oude en een paar nieuwe. Eigenlijk is er maar één liedje hiervoor geschreven.” Veeman geniet van WrâldfrysK en speelt ook alles mee. Aan de tempi-wisselingen in het balkanfrysk heeft hij wel even moeten wennen maar “dat speel ik ook mee en ligt mij wel een beetje.”
De ‘import-Fries’ Carel van Leeuwen lanceerde het idee om buiten Friesland te gaan spelen; daar wonen veel Friezen. Bovendien denkt Veeman dat “net als je fado’s in het Portugees kunt zingen, zonder dat je dat nou direct verstaat, je dit ook zou kunnen doen. Bovendien is het niet alleen een liedjesprogramma. Het is ook een samenwerking tussen instrumenten en liedjes.” Toch is de sprong Friesland uit best spannend: “We zijn altijd vrij relativerend hier in ’t Noorden. Het hangt er natuurlijk een beetje van af hoe het loopt. Als het goed gaat, groei je steeds meer naar mekaar toe. Het zou best kunnen dat we er dan mee doorgaan.”
Dat de voormalig biologieleraar wat meer tijd heeft, komt goed uit. Ook met de vier troubadours bereidt hij momenteel een nieuwe tournee voor die in het najaar start. Het is wel de laatste rondreis door de provincie van het kwartet. “Want,” zegt Doede Veeman, “een concept dat goed is, moet je niet uitmelken tot het niet meer goed is.”

Meer weten:
www.doedeveeman.nl
www.remolino.nl
www.speelman.nl


Deze pagina is bijgewerkt op