10 april 2006
Dagblad van het Noorden op het web
RECENSIE • FOLKFESTIVAL TRAD.IT!
Troubadour windt
publiek om zijn vingerDoor Illand Pietersma
Gebeurtenis: Trad.it! 'folk & handmade music'. Met: Markku Lepistö, Olla Vogala, Barabán e.a. Gezien: 8/4 De Oosterpoort Groningen. Publiek: 700.
Afgelopen jaren stegen de bezoekersaantallen van folkfestival Trad.it! richting de duizend. Nu bleef de teller steken op 700. Deze vierde editie had dan ook geen grote trekkers, zoals de overdonderende Warsaw Villageband, de feestelijke Amsterdam Klezmer Band of het befaamde Värttinä in eerdere afleveringen.
Hoewel, Trad.it! opende zaterdag met de Finse accordeonist Markku Lepistö - al sinds 1998 een vaste kracht achter de drie zangeressen van Värttinä. Nu trad hij met zijn eigen muziek naar voren. Die vertoonde met een opwekkende aanpak van de Finse folktraditie een zweem van Värttinä's repertoire. Maar Lepistö trok heel avontuurlijk de wijde wereld in naar bijvoorbeeld de Ierse folk of de tex mex. En in een lekher stukje swingende jazz gaven ook zijn uitstellende medemuzikanten op mandoline en banjo nog schitterende solo's weg.
Tegelijkertijd zong de Zuid-Franse a capellagroep Lo Còr de la Plana in de foyer prachtige Occitaanse liederen. De zes mannenstemmen varieerden mooi boven een grondtoon, wrongen net zo wonderlijk om elkaar heen als in de Albanese zangtraditie, of zogen je mee in een opzwepend vraag-en-antwoordspel. De meeslepende liederen werden kracht bijgezet door handengeklap, voetengestamp of een enkele trommel. Eenvoudig maar indrukwekkend.
Daarna wond de Friese troubadour Piter Wilkens met het grootste gemak het publiek om zijn vinger met aanstekelijke liedjes over een altijd druk telefonerende 'mobielfiel' of een liefkozende 'tútsjesvloed'. Vanaf het eerste nummer kreeg Wilkens het Groningse publiek aan de Friese refreintjes, die 'elkeneen' meteen kon meezingen.
Met deze sterke en vlotte start bleek Trad.it! ook meteen zijn kruit verschoten te hebben. Het festival tast heel lovenswaardig de randen van de folkmuziek af met bijvoorbeeld het Finse mondharmonicahwartet Sväng. Heel curieus, maar de mix van Scandinavische folk, ragtime en Balkanmuziek miste vuur.
Ook de optredens van hoog aangeschreven groepen als het Belgische Olla Vogala en het Italiaanse Barabán vielen tegen. Hun zoektochten naar folkgeluiden uit het hart van Europa tot diep in de Arabische wereld werden technisch zeer begaafd doch zonder passie gebracht. Vooral bij het papiervaste Olla Vogala vormden de muziekstandaards een barrière tussen band en publiek.
Uiteindelijk mochten rond één uur het verfrissende Hotel Palindrone uit Oostenrijk en de Berlijnse feestband Di Grine Kuzine het vuurtje weer zien op te stoken met hun dansmuziek. Maar het leeuwendeel van de bezoekers was toen al naar huis. Een extra smet op het festival voor akoestische 'handmade music' waren de synthesizers met goedhope instrumentimitaties en geluidseffecten, die bij twee bands opdoken. Laten we het houden op een dipje van een festival dat de afgelopen jaren juist zijn waarde had bewezen.