21 november 2005
de Volkskrant op het web
Lyriek op maat
Steppe wordt Fries weiland
Schrijvers en muziek - het Boekenweekthema komt samen in de teksten van opera's, musicals en popmuziek. Vertalers breken er hun hoofd over: hoe behoud je de muzikaliteit van een tekst? Vandaag: zangeres, Nynke Laverman over J. Slauerhoff.
‘De zinnen van Slauerhoff zijn soms te kort voor fado. De eenzamen begint met Stil sta ik in de steppe. Daar heb ik Yn einleaze greiden stean ik yn stilte van gemaakt - in eindeloze weilanden sta ik in stilte. De muzikale frasering vraagt om dat eindeloze. En met die weilanden maak ik het Fries, haal ik het meer naar mezelf. Ik zeg hetzelfde, maar soms wel in iets bloemrijker bewoordingen.’
De Friese zangeres Nynke Laverman hoorde vier jaar geleden het werk van de Portugese zangeres Christina Branco, die gedichten van de Nederlandse dichter Jan Jacob Slauerhoff (1898 -1936) in het Portugees had vertaald. Ze zong het in de vorm van fado's, het Portugese levenslied, op muziek van haar gitarist Custódio Castelo.
Laverman besloot hetzelfde te doen als Branco, maar dan in het Fries. In 2003 werkte ze een jaar lang aan zeven gedichten van Slauerhoff. De liederen verschenen een jaar later op de cd Sielesâlt (Zielezout), waarvan meer dan 25 duizend exemplaren zijn verkocht.
Voor Laverman, geboren en getogen in het dorpje Weidum (tussen Leeuwarden en Sneek), stond de ‘zingbaarheid’ voorop. Een getrouwe vertaling van Slauerhoff, de dichter wiens werk vol is van weemoed en verlangen, kwam op de tweede plaats. ‘Het moest in de buurt blijven, dat natuurlijk wel.’
De tweede zin van De eenzamen (De iensumen) luidt: De doffe zon gaat onder. Bij Laverman is het: In sinne sűnder glâns rôlet fan 'e ierde - een zon zonder glans rolt van de aarde. De derde en laatste zin van de eerste strofe is: De schrale maan verschijnt - Moanneljocht, skruten falt it del út 'e himel - maanlicht, verlegen valt het neer uit de hemel.
Het Fries is volgens Laverman een prettiger taal om te zingen dan het Nederlands. ‘Dat is wat hakkeliger. Het Fries is een klinkertaal. Met de klinker a kun je veel meer dan met de medeklinker b.’
Laverman zong vanaf haar 10de in haar taal in openluchtproducties, waarvan Friesland er elke zomer veel kent. ‘Voor mij is het heel vanzelfsprekend. Op de Kleinkunstacademie zong ik veel in het Nederlands. Juist daardoor ontdekte ik dat het Fries de taal is waarin ik me het best kan uitdrukken. Ik kan me niet voorstellen dat ik een programma in het Nederlands zou maken. In het Fries ben ik het geloofwaardigst.’ In haar nieuwe programma, De Maisfrou, zingt ze liederen op basis van gedichten van de Friese dichteres Albertina Soepboer.
Al is ze geen professioneel vertaalster, toch kent Laverman het genoegen van het vinden van oplossingen. In De vrouw aan het venster schrijft Slauerhoff: Door 't groen gaan rode vogels, ranke herten. Trots belde Laverman - vanuit de kleine kamer in Amsterdam, waar ze toen nog woonde - haar ouders. Mei reeën dy't rank en fűgels dy't read út grien ferrize. Net zo veel klankrijm als Slauerhoff. Mooi, vonden mem en heit.Harmen Bockma
Dit is de vierde aflevering van een serie over de Boekenweek. Zie ook www.boeken-week.nl en www.volkskrant.nl/boekenweek.