7 maart 1980
De Telegraaf op het web
„De mensen willen lekker meestampen"
Doordat de traditionele leveranciers vin het hela-hola-repertoire, de Gooise platen producers dus, die vanwege hun „geografische ligging" al jarenlang gemakkelijk toegang hebben tot de presentatoren van platenprogramma's en dus tot de hitlijsten, tijdens het recente carnaval te druk hadden met hun favoriete en lucratieve spelletje „Hoe doe ik Abba, of The Police na", is dit jaar in die sector als vanzelf de weg geopend voor meer regionaal talent.
De belangrijkste ontdekking in die hoek was het Noord-Nederlandse ensemble Het Börker Trio, dat inmiddels bewezen heeft méér dan een carnavals- en ééndagsvlieg te zijn.
Hun „Pieteroliekar" haalde de recordverkoop van 60.000 exemplaren, hun later uitgebrachte LP de 10.000 en hun recente single „Mien va en mien moe en ons zwientie...“ ging al weer 20.000 keer over de toonbank.
De Börkers bestaan uit Aaltje (35) en Herman de. Jager (35) die respectievelijk de solozang en de ritmesectie voor hun rekening nemen, en Marten Löhr (40) de accordeonist. Het trio ontstond uit de in Drenthe - zeer bekende amateurgroep De Börker Revue die zich van tussen de schuifdeuren opwerkte tot bruiloften en partijen en behalve een beproefd Nederlands, nou ja Drents, zangrepertoire ook een voorraad toneelstukjes presenteerde.
Hun greep op het publiek bleek na tien jaar samenwerking zo groot geworden te zijn dat Fred Rootveld, een platenproducer uit Bornerbroek, het drietal - verzocht mee te werken aan een in eigen beheer uit te geven LP vol Drentse humor en liedjes. Het werd de „Pieteroliekar" en Rootveld die getuige was van een „live" presentatie van dit nummer begreep dat „Hilversum" rijp was voor de Börkers. Daar ging men, mede door de druk van de regionale omroep die de plaat grijs draaide, snel door de knieën. Het succes was toen compleet.