5 maart 2012
Dagblad van het Noorden op het web
Drentse weemoed met countrysnik
REPORTAGE
!REUR!• Streektaalfestival !Reur! zet Drentse ster aan het firmament: Margaretha Kleine
Door Inki de Jonge
Emmen Streektaal. Dat is de taol van thuus. Thuus, zo heet dan ook de cd die zangeres-liedjesschrijfster Margharetha Kleine zaterdagavond, de slotavond van streektaalfestival !Reur! presenteerde. Thuus, omdat de studio dichtbij huis was. En de thema's voor haar liedjes ook.
De verwachtingen zijn hooggespannen. Al tijdens haar soundcheck druppelt het publiek de foyer binnen. Is 't al zover? Nee.
Het aovendpregram is heel divers. Er is middeleeuwse folk van het Noordduitse trio Malbrook, fado en blues van Luc Oostra en Jan Kuipers, muziektheater van de Drentse Bluesoperaband in alle kleuren van het Nedersaksisch talenpalet. Harry Niehof zingt in het Gronings, Syb van der Ploeg in het Fries, Helligen Hendrik doet het in het Twents.
Een barkeeper komt langs met schaaltjes frituur. “Iemand nog bitterballen”, roept hij uitnodigend. Hij moet ze kwijt, anders staan ze te verpieteren. Druk is het vanavond niet echt in Theater de Muzeval. Het publiek heeft er al een weekendje !Reur! opzitten. De bibliotheek presenteerde 's middags een uitgelezen programma van musici, workshops, dichters en debat. Vrijdagnacht traden Bert Hadders, Souldada en Kenneh op in de Emmer café's, en dan wil 't op zaterdagavond voor sommigen wel eens genoeg zijn.
Helligen Hendrik, een typetje van Bert Eeftink uit het Twentse Goor, fulmineert op het podium van de Grote Zaal. Niet omdat hij er niks aan vindt, maar omdat hij dat nou eenmaal altijd doet. In Groningen zouden ze hem Brommen Berend noemen. Zijn grappen zijn hard als een hunebedsteen als hij zijn afkeer van zijn lesbische tante ventileert, die van 'de kletsklets' was, en op tafel werd gezet onder het zingen van 'een potje met vet'. En als hij in semi-oosterse toonladders het lied Hendrik Is Lam zingt, golft de gulle lach door de zaal. Het publiek kan Hendrik wel waarderen.
Harry Niehof en de Poediemagneten spelen in het Slakkenhuis, waardoor toetsenist Herman Grimme zichzelf ineens weer in de zaal terugvindt waar hij als jongen muziekles had gehad. Er zijn meeslepende gitaarsoli van Erwin Java in de Drentse Bluesoperaband, die ook zonder theaterverhaal gewoon een heel erg lekker bandje blijft, aangestuurd door songsmit Remco Wind, met Normaaldrummer Fokke de Jong als soepel draaiende motor.
De ster aan het Drentse firmament was Margarethe Kleine uit Schoonebeek; een Drentse Tricia Yearwood met countrysnik in haar strot. Bijgestaan door Peter Deiman op percussie en Richard Zoer op bas zingt ze over liefde, over de eenzaamheid van de man die niet aan de stad en de stadsen kon wennen. Maar ook over de woede na het verraad, in liedjes die ze verontschuldigend aankondigt met: “Dit liedtien heb ik 'schreven toen ik in een beetje roppige bui was:”
Syb van der Ploeg sluit de avond wijdbeens zingend af met een powerset, die de apotheose had kunnen zijn. Er staan wat meisjes te dansen, maar de rest van het stevig uitgedunde publiek staat er uitgeteld bij. 't Is mooi west. Genoeg !Reur! Tot Reur. Dagblad van het Noorden