Ria Pronk (22 maart 1963, Den Haag) volgde als kind orgellessen en was toen al gek op mineurakkoorden; waarschijnlijk de reden dat ze later de blues opzocht.
Ria zong in het schoolkoor en met haar vriendin liedjes van Linda Ronstadt. Vanaf haar 20-ste zong ze in bluesbands, zoals Blues Connection en Shiver ’n Shake. Jazz en soul kregen ook invloed op haar muziek en ze maakte een uitstapje naor de zydeco.
Na een verhuizing naar Gouda, raakte de zangcarričre van Pronk op de achtergrond. Wel volgde ze daar enkele jazzworkshops.
Na een volgende verhuizing naar Drenthe dook Ria Pronk opnieuw in de muziek. In 2001 richtte ze - met bassist Laurens van Venrooij - de bluesband Flamin’ Mamie op. In 2010 volgde de jaren '50-band Mary’s Kitchen.
In workshops van het Huus van de Taol leerde ze liedjes schrijven. Dat leverde een liedje op in het Drents - Gistern. Ria Pronk zong het in mei 2012 als finaliste op het Drčents Liedtiesfestival.
In 2013 werd Pronk genomineerd voor de derde Jazzerieje in Enschede.
In 2014 was ze finaliste op het Drčents Liedtiesfestival met Lieve schat en in 2015 opnieuw, deze keer met Mit de noorderzunne.