Aflevering 209
September 2020
Zêêuwse Dialectverêniging op het web

Zingen in het Zeeuws (2)

Joop van den Bremen

In andere delen van het land blijft Zeeuws-Vlaanderen wel eens buiten beeld maar op de allerlaatste lp1 in de Zeeland Plat-serie geeft Fred Rootveld uit Bornerbroek ‘het landje apart’ toch nog een plekje. De in Hulst geboren Saskia Visser (1962) uit Zuiddorpe is met drie Zeeuws-Vlaamse liedjes vertegenwoordigd. Daarbij Ode aan Philippine. Een jaar na haar dialectdebuut dringt de zangeres Met een beetje liefde om je heen door tot de Nederlandse Top-30 en krijgt daarmee zelfs landelijke bekendheid.
Toch kan ze niet tippen aan de populariteit van Marie-Cécile Moerdijk (1929) die tegen het einde van de twintigste eeuw bekend is tot ver over onze grenzen. Ze is zo geliefd dat verschillende vrouwenverenigingen in Zeeland hun jaarlijks uitstapje naar haar huistheater bij Eindhoven plannen. De zangeres, schrijfster en kunstenares treedt daar op met concerten en vertellingen. Maar op 26 oktober 1991 is ze in De Couburg te Koudekerke aanwezig met een programma van liedjes en conférences, ook in het dialect. Ze is in Zuiddorpe geboren en steekt dat niet onder stoelen of banken. In 1970 had ze samen met andere Zuiddorpenaren al een lp gemaakt2. Met het Zuiddorpskoor zingt ze Den boer zijn uis es afgebrand.
Marie-Cécile Moerdijk nam ook een lp op samen met Adrie Oosterling (1948)3. De docent uit Groede studeerde niet alleen Engels maar daarnaast schoolmuziek en zang aan het conservatorium in Rotterdam. Een jaar zong hij mee in het koor van de Nederlandse Opera. Verder stond hij aan de wieg van Het Vlaemsche Erfgoed met een conglomeraat van oude winkeltjes in de Slijkstraat in Groede.
In 1986 begint de kleinkunstenaar met het voordragen van zelfgeschreven teksten en het zingen van eigen liedjes. Oosterling bespeelt diverse instrumenten zoals piano, accordeon, gitaar en blokfluit. Hij presenteert zich zowel in het Nederlands als in het dialect. ‘s Zomers geeft hij voorstellingen in zijn huistheater De Twee Duiven. Liedjes van hem verschijnen op cd4 zoals Klara de knol dat altijd aan hem verbonden blijft.

Terwijl veel streektaalzangers kiezen voor traditionele en luisterliedjes, richt Ries de Vuyst (1955) zich op een andere muziekstijl. Op zijn vijftiende had de muzikant uit Oostburg een gitaar van zijn opa gekregen. Vanaf dat moment is de bluesmuziek niet meer uit zijn leven weggeweest. Behalve in het Engels zingt hij in het West Zeeuws-Vlaams omdat het de taal is waarin hij zich het beste kan uitdrukken. Al In de jaren zeventig steekt hij de Westerschelde over om op te treden in De Veste in Goes en Midgard in Middelburg. In 1980 lanceert de in Breskens geboren muzikant een single met zowel een Cadzandse als een Schoondijkse blues5, in het dialect. Op het vinylplaatje begeleiden Thijs de Melker (gitaar en bas) en Giorgio Vincetti (slagwerk) de linkshandige zanger-gitarist. Die geeft ook gitaarles en wat later toert hij door Nederland en België met een programma van blues, folk en bluegrass.

In het oosten van Zeeuws-Vlaanderen groeit de populariteit van Ambras. Na het uitbrengen van de eerste lp treedt het viertal steeds vaker op. Soms vergezellen Sankie Koster en Frans de Schepper het kwartet. Als Frans met zijn vrouw, Jenny, het lied Tureluur zingt, zorgt Ambras voor de begeleiding. Hoewel de cd steeds meer de rol van de lp overneemt, besluiten de vier mannen een langspeelplaat te maken. Ze kloppen aan bij Piet Brakman.
In 1979 was Brakman als studio-muzikant in de Telstarstudio van Johnny Hoes terecht gekomen en als freelance musicus was hij betrokken bij enkele andere platenmaatschappijen. Daar had hij gezien hoe uit een opname tenslotte een grammofoonplaat groeit6. Nadat de muziektherapeut naar Breskens is verhuisd, gaat hij zelf aan de slag met het produceren van platen en cd’s7.
Op 27 oktober 1990 verschijnt de door Brakman geproduceerde lp van Ambras, Op ’t randje. Op het vinyl is het succesnummer Miel de Piel vastgelegd. Al snel na de presentatie melden zich diverse eigenaars van de plaat bij Ambras. De geluidskwaliteit is niet wat ze ervan hadden verwacht. Ambras spreekt Piet Brakman hierop aan. De kwestie loopt hoog op. In De Stem en de PZC wordt het conflict breed uitgemeten. Er volgt een kort geding, een onafhankelijk deskundige bemoeit zich er mee en uiteindelijk vinden beide partijen een oplossing. Ambras organiseert op 30 maart 1991 een gratis concert. Daar kunnen de gedupeerden de oude plaat voor een nieuw exemplaar omruilen.
Brakman maakt niet alleen lp’s en cd’s8. Hij treedt ook op. In zijn programma’s zingt hij liedjes en vertelt hij humoristisch getinte verhaaltjes. Met zijn voorstellingen is hij regelmatig aan ‘de overkant’ te horen. Vanaf januari 1996 verzorgt hij tevens programma’s bij Omroep Zeeland. Daar passeren in die tijd al regelmatig Zeeuwse streektaalartiesten. Die zijn daar erg blij mee. Veel airplay9 werkt immers als gist in oliebollendeeg. De populariteit groeit en de optredens nemen toe. Daardoor krijgen de artiesten nog meer bekendheid.

Natuurlijk zijn het niet alleen Zeeuws-Vlamingen die in de jaren negentig aan de muzikale weg timmeren. Anja Kopmels (1962) uit Kortgene is op haar elfde al begonnen met gitaarspelen. Vanaf haar vijftiende schrijft ze eigen liedjes; eerst in het Engels maar later vooral in het Noord-Bevelands. Eigentijdse onderwerpen spreken de geëngageerde lerares aan. Net als dingen die je in het Zeeuwse landschap tegenkomt. Vaak treedt ze op met toepasselijke liedjes bij een speciale gelegenheid. Zoals bij de start van de Kortgeense dagen of tijdens 1 mei-bijeenkomsten op Walcheren. Als Carry Tefsen - bekend als Mien Dobbelsteen - in 1990 in de Prins van Oranje in Goes haar ervaringen komt vertellen over vrouw, opleiding en werk10, zingt Anja Kopmels enkele op dat onderwerp toegesneden liedjes in het Zeeuws. Twee liedjes van haar groeien uit tot echte ‘oorwurmen’. Van Een diek mee boamen en Twi Meeuwen kan elke rechtgeaarde Zeeuw ongetwijfeld het refrein meezingen.

Na een lange periode van muzikale rust had Bei Cok in 1974 een elektronisch orgel gekocht. Hij leerde zichzelf er op spelen. Wat later ruilt hij het instrument in voor een hammondorgel en in 1989 vat hij zijn oude hobby, het schrijven van liedjes, weer op. In 1990 verschijnen zijn eerste twee cassettebandjes en in 1991 zijn gebundelde liedjes en verhaaltjes. Later verschijnen nog meer cassettes en boekjes. De teksten van de Kruininger steken vaak goed in elkaar. In 1991 schaft hij een keyboard aan waarop hij tot zijn overlijden in 2013 blijft spelen. Hij produceert nog vijf cd’s11 maar in 1994 stopt hij met optredens. Daarna zingt hij nog sporadisch. Soms samen met zijn dochters Anneke en Els.

In 1985 was op Zuid-Beveland de Engelstalige formatie Sands gestart. Bij een optreden zingt de hardrockband voor de grap enkele streektaalnummers. Door de positieve reacties van het publiek schakelt de groep in 1993 volledig over op het Zuid-Bevelands. De naam verandert in Surrender. De band bestaat op dat moment uit Johan van de Swaluw (zang en basgitaar), Kees Wondergem (gitaar en zang) en Fons van Swaal (slagwerk en zang). In de jaren negentig verschijnen twee muziekcassettes en vier cd’s van de bluesrockers12.
Du Driefstang uit Sinoutskerke en omgeving rockt nog steviger in het Zeeuws. De band bestaat bij de oprichting in 1990 uit André Vink (gitaar), Emile Janse (zang) en Mark Noteboom (slagwerk). Albert de Jonge (basgitaar) komt er later bij net als Marcel Potter (gitaar). De formatie stopt in 1998 om het jaar daarop weer opnieuw te beginnen. Zo nu en dan laten de muzikanten horen dat ze, met niet al te veel muzikaliteit maar des te meer inzet, veel decibellen kunnen produceren13.
In 1999 stopt Surrender. Toch verdwijnen de muzikanten niet van het podium. De naam van de band verandert in N8werk en de bezetting groeit. Naast de rockende Zuid-Bevelanders van het eerste uur spelen Bart Hoogesteger (toetsen en accordeon) en Richard Eversdijk (mondharmonica) mee. Op de enige èn live-cd van N8werk14 klinkt nog steeds Surrender door in Meriete en Bie heweld. Andere nummers zijn met een texmex-saus overgoten. Marjon van Iwaarden zingt - als gast - As een leeg glas bier in het Nederlands en een tikkeltje Zuid-Bevelands.
Vanaf 1993 covert de dialectformatie As De Brandweer uit Noordgouwe bluesrocknummers “mee ontaerd 'arde Zeeuwse teksten d'r bie”. Op 18 juni 1995 staan de mannnen in het voorprogramma van Rowwen Hèze tijdens het vijftiende Anywave Festival in Zierikzee.

In 1992 zien de Deurdouwers in 's-Heerenhoek het levenslicht. De band uit Paerehat speelt carnavalsmuziek voorzien van streektaalteksten. De muzikanten bij het eerste optreden in Goes zijn Ruben de Jonge (zang en gitaar), Dimitri van Craenenbroeck (basgitaar en zang), Bart Hoogesteger (accordeon) en Ron de Vos (slagwerk).

Na het vertrek van Jan Proos naar Australië pakt Peter Dieleman de draad weer op. Hij vertaalt als folkliefhebber onder meer liedjes van Eric Bogle in het Zeeuws. Maar later zingt hij vooral eigen werk. Zijn eerste cd verschijnt in 1993. Er volgen er meer15. Het duet Ertesoep op de boat met Anja Kopmels zal bij menigeen nostalgische gevoelens oproepen. Zijn liedjes kennen vaak een ironische ondertoon. Kerstpakket op zijn speciale kerst-cd16 is daarvan een sprekend voorbeeld.

Agnes van den Dries-Menheere (1934) uit Oost-Souburg zingt al vanaf haar vijfde. De dirigente en klassiek geschoolde zangeres zingt licht klassieke en gewijde liederen in vele talen, ook in het Zeeuws. Op piano begeleid door Lies Hupkens-Verhoeven treedt ze op tijdens de dialectendag in 1993. De in juli van dit jaar overleden Engel Reinhoudt zingt daar ook, maar is gehandicapt door een ‘puut in de keele’. Van de Zuid-Bevelandse troubadour verschijnt in 1988 de eerste en enige lp17. Door hem blijft in Zeeland de bolus eeuwig aan een kop koffie verbonden. Jaap Murre van de Zeêuwse Dialectvereêniging verheft Reinhoudts tophit in 1992 zelfs tot reserve-Zeeuwse volkslied. Voor zijn cd’s18 zoekt de zanger-liedschrijver vaak samenwerking met Ambras. De troubadour staat regelmatig met het Zeeuws-Vlaams kwartet op podia door heel Zeeland.

In 1995 verschijnt in het Volkskundig Bulletin19, een artikel van Louis Peter Grijp20 over dialectmuziek in Nederland met als appendix de uitslag van een enquête. Doel was er achter te komen wie de favoriete dialectzangers zijn21. In volgorde van populariteit komen daar voor Zeeland uit: Engel Reinhoudt, Piet Brakman, Bei Cok, Peter Dieleman, Willem Vermandere, Anja Kopmels en Surrender. Vermandere hoort uiteraard niet in dit rijtje thuis maar het tekent wel de verwantschap tussen het Zeeuws en het West-Vlaams.
Toch vindt er ook vanuit Zeeland muzikale export plaats. In 1996 reizen Anja Kopmels en Engel Reinhoudt naar Oldeberkoop in Friesland. Daar vindt het Open Stal Festival - een mengeling van kunst en muziek - plaats. Reinhoudt wint daar met zijn lied Vremd volk de eerste prijs en mag het lied op cd-single zetten. Miel de Piel van Ambras krijgt eveneens een plek op het schijfje22.
Als bijzondere, zingende Zeeuw mag Jacco van Renesse23 niet onvemeld blijven. Vanaf 1974 tot zijn afscheid in 1998 zong hij bij de Hoofdstad Operette. Als hij optreedt in Zierikzee zingt hij dwars door zijn tekst zinnen in het dialect.
Dan was er nog het Noord-Bevelandse Bie Gast met Johan van Gilst (gitaar), Kees Tazelaar (accordeon), Leen Gouwloze (slaggitaar) en Leo Verburg (zang). De band was genoemd naar een oude naam van het Café De Patrijs in Colijnsplaat. In dat etablissement vond in november 1998 het eerste optreden plaats. Helaas is het slechts bij dat optreden gebleven.
Met de nieuwe eeuw in zicht wagen nog meer Zeeuwen een sprong in het muzikale streektaalcircuit.

Wordt vervolgd.

Deze pagina is bijgewerkt op