TIJDSCHRIFT
VOOR FOLK EN
WERELDMUZIEK

NEWfolkSOUNDS op het web

REGIO-FOLK

Steeds vaker verschijnen er cd's van zangers en zangeressen in streektaal. Die regionale volksmuziek is vaak de moeite van het luisteren waard. Het gebruikte dialect is weliswaar niet voor iedereen toegankelijk maar meestal worden de teksten meegeleverd. Soms zelfs ook nog in de standaardtaal (Nederlands). Hier volgt een kleine doorsnee van deze regionale volksmuziek: Van noordoost tot zuidwest:
De tracks op de cd van de groep TÖRF, lijken ploegvoren die door het Groninger kleilandschap zijn getrokken. De zang van Henk Scholte past bij de boerderijen: niet eenvormig maar wel statig. De titeltrack van 't Braide Woater (Törf, TSP 001) is de muzikale interpretatie van een gedicht van Simon van Wattum. Maar van andere Groningse dichters zijn eveneens teksten gebruikt. Die zijn behalve in het Gronings ook vaak diepzinnig. Enkele instrumentale vondsten van het zogenaamde Beukema-manuscript, staan ook op de cd. Door gebruik van verschillende instrumenten, inclusief doedelzak, is er variatie. Maar ondanks die afwisseling en het volksachtige karakter blijft de muziek toch wat plechtig klinken. Een paar vlotte, vrolijke tracks hadden de cd wat opgefleurd. Ook het Groninger landschap komt met wat meer zonlicht immers beter tot zijn recht.
EGBERT MEYERS is zeker geen standaard-Drent, gewrocht uit turf, jenever en achterdocht. Nee, Egbert zingt wel in het Drents maar richt zijn blik verder. Dat blijkt al uit de titel van zijn cd Waorum de wereld braandt (Jip, PM 9503 CD). In Engeln boven Bosnië laat hij bovendien horen dat zingen in dialect van deze tijd is. Begraof mien hart is een cowboysong in de geest van Buffy Sainte-Marie. De Drentse beschrijving van het lot der Indianen wordt daarbij muzikaal begeleid door een authentieke Hopi drum- en zanggroep. Egbert verandert met zijn muziek de Drentse heidevelden een beetje in prairies. In de verte wil hij de Hondsrug misschien zelfs een beetje op de Rocky mountains laten lijken. Hij wordt bij deze landschapsvorming muzikaal goed ondersteund. Maar vooral de teksten zijn fraai en blijven, op een enkele uitzondering na, in je gedachten hangen.
HANNEKE HIDDING & BEN SCHREURS zijn oude bekenden in het muzikale streektaalcircuit. Ze komen uit Twente en brengen al vele jaren luisterliedjes in hun streektaal. In hun teksten blijken ze vooral ambassadeurs van het dialect. De cd, Soms/mangs (Eigen beheer, HS 999) verschilt wat inhoud betreft niet zo veel van hun eerder uitgebracht werk. Ze zingen daarop enkele oude maar ook nieuwe liedjes. Die zijn vooral nostalgisch maar ook wel humoristisch. Zo bouwen ze b.v. de Driekusman om tot Boernsirtaki. De arrangementen en muzikale ondersteuning zijn sinds vorige produkties duidelijk verbeterd. Helaas klinken de liedjes hier en daar wat oubollig. Het duo zal waarschijnlijk vooral ouderen aanspreken. Maar jongeren mogen ook best luisteren natuurlijk.
HORST & EDDI komen van de andere kant van de Duitse grens bij Nordhorn. Het dialect op hun cd Unwies (Cris Crazz Records, SO1) klinkt dan ook anders maar toch duidelijk Nedersaksisch. Ook zij gebruiken teksten van streektaaldichters. Vooral de ironische teksten zijn door beide zangers met veel verschillende instrumenten, ook muzikaal fraai vertaald. Sååå... groot over jonge meisjes die dagelijks met de trein reizen, is daarvan een sprekend voorbeeld. Maar eigenlijk zijn alle liedjes aardig en gevarieerd. Ook wordt er traditioneel materiaal gebruikt zoals Lord of the dance. Volgens de letter mag deze song daar eigenlijk niet toe worden gerekend. Maar in Nooit tied komt Sydney Carter's muzikale produkt, uitstekend tot zijn recht. Het is jammer dat deze beide zangers eigenlijk niet bij het Nederlandse streektaalgebied mogen worden gerekend.
DIANA VREDENBERG levert met Zuute zunde (Silvox, SIL 006) een fraaie cd af. Diana heeft een hees klinkende maar uitstekend verstaanbare stem. Daarmee zingt ze teksten van de in 1988 overleden Veluwse dichter Hermen Bomhof. Op één na heeft ze die zelf op muziek gezet. De fraaie, soms gelaagde, poëzie beschrijft vooral dingen die dagelijks (kunnen) gebeuren. Soms zijn die gebeurtenissen leuk maar ook wel eens ernstig. De muziek wordt zeer functioneel en fraai vorm gegeven met een minimum aan instrumenten. Vooral de nummers met viool (Inge te Boekhorst) zoals Wilgen in de wind klinken prima. Maar ook de monica (Hans Keuper) en percussie (Chris Althusius) geven deze luister-cd een voortdurend boeiend karakter.
De vrolijkste en meest muzikale in deze serie cd's is ongetwijfeld Den straotfox en andern (BFT/SEA-005) van de Achterhoekse formatie BOH FOI TOCH. Direct valt op, dat er rasmuzikanten aan het werk zijn. Vooral het middenwerk is klasse. In een serie die Muurbleumken, Pette kwiet en De hekse van 't Hilgele omvat, worden achtereenvolgens een cover van Bob Dylan, een onvervalste Louisiana two-step en een Nederlandse situatie in Afrikaanse sferen gelanceerd. Niet alle muziek is echt folk. Maar wel des volks en bovendien om op te dansen. De teksten zijn ook niet te versmaden. Bij de Engelse wals Dröpken veur drop valt de meest treurige smartlap in het niet: de IJssel wordt met tranen gevuld. Maar het echte enthousiasme blijkt uit het tempo van de boys; foi toch!
De Zeeuw PETER DIELEMAN ontdekte dat zijn eerste platen, nog maar een tiental jaren geleden geproduceerd, sterk in waarde stegen. Daarom heeft hij wat oude nummers opnieuw uitgebracht onder de naam ('n verzaemelieng) Antiek (SMJP 9502). Ook iets nieuws is toegevoegd. De zanger-gitarist gebruikt vooral eigen muziek. Maar hij covert ook Eric Bogle. De medewerking van enkele Zeeuwse muzikanten waarderen de opnieuw geproduceerde liedjes sterk op. Geert de Heer is daarbij op diverse gitaren opvallend aanwezig en dat komt de cd ten goede. Dieleman is namelijk meer troubadour dan muzikant. In zijn liedjes uit hij zijn ongenoegen op een nette manier. De teksten zijn niet altijd even glad maar vrijwel altijd humoristisch en trefzeker. Daarin zit zijn kracht.

Joop van den Bremen

Deze pagina is bijgewerkt op