Brabants op het web

Joop van den Bremen

Dialectpopfestival in Liempde

De mythe dat dialectmuziek alleen van en voor boeren is, kan de wereld uit. Op 3 juli vond het Dialectpopfestival Nederland plaats op het Landgoed Velder in Liempde. Diverse bands en bezoekers reden zoekend, rondjes om het festivalterrein. Echte agrariërs hadden de toegang naar het terrein, waar in vroeger dagen de roemruchte Landbouwdagen plaats vonden, ongetwijfeld meteen al gevonden.
Of het nu aan de slechte bewegwijzering, dreigend slecht weer, onvoldoende publiciteit of het wereldkampioenschap voetbal lag, is onduidelijk; zeker is wel dat het aantal bezoekers nogal tegenviel. Toen ‘Egipt’ om één uur ’s middags de muzikale aftrap verrichte, was er nog maar een handjevol toeschouwers aanwezig. Ver na twaalven, bij de laatste festivaltonen van de Rowwen Hèze-coverband ‘Bestel Mè’, bleken er totaal slechts een paar honderd bezoekers de kassa te zijn gepasseerd; een fractie van de geplande vijfduizend. Voor ‘Egipt’ maakte dat overigens weinig uit. De Zeeuwse band speelde alsof het Pinkpop was. Ook de andere formaties lieten zich door het gebrek aan belangstelling niet temperen. Het enthousiasme spetterde van de deelnemende artiesten af en het publiek genoot met volle teugen.
Net als bij de vorige twee edities bleken de vreemde dialecten geen beperking, ook al waren die voor bezoekers soms nauwelijks te volgen. Bij de stevige Groningse bluesrock van ‘Tunebone’ en de luchtige Friestalige pop van Van Wieren was dat zeker het geval. Misschien in mindere mate bij de Limburgstalige muziek van ’Limbo Project’. Evenals de streektalen liepen ook de muziekstijlen ver uiteen. Country-rock van ‘Bogey & The Longhorn’ passeerde in het Westoverijssels en ‘Kènneh’ had speciaal een violiste ingezet om de teksten in het Achterhoeks extra Iers en Schots te laten klinken.
Voor Brabanders die niet met de taalhandicap konden leven, was er een eigen podium ingericht. Daar opende Roland Verstappen, bijgestaan door Alides Hidding, met zijn Brabantse americana, die de zanger zelf Brabocana noemt. Aansluitend trad Ruud van den Boogaard op met een schitterende begeleidingsband. Het kwartet met louter muzikale vakkrachten wist de stemming verder op te voeren. De ‘Band Zonder Banaan’ verscheen - ‘ongestekkerd’ maar nog steeds luid en duidelijk - op het Brabantpodium maar mengde de muziek met weinig dialect. Dat manco werd echter ruimschoots gecompenseerd door uitbundige nummers en interactiviteit. Het publiek wist dat wel te waarderen.
Een vreemde eend in de bijt - althans muzikaal - was Karin Bruers. Op het podium toonde zij echter het duidelijkst van alle Brabantse artiesten haar wortels. Ze sprak niet alleen in het dialect. Ook door de keuze van haar ‘slachtoffers’ (onder anderen ons vàder en ons moeder) speelde ze voluit in op het Brabants gevoel.
Vledder’ uit Oploo toont zich, door het gebruik van blaasinstrumenten, bij voorbaat al een feestband. Toch moest het octet even op gang komen voordat het geluid evenwichtig was ingeregeld. Peter Dictus en zijn muzikale maat, gitarist Jan de Bruijn, mochten het feestje op het Brabantpodium afsluiten. Zij deden dat in stijl met aansprekende en goed verstaanbare liedjes.
Twee andere Brabantse bands kregen een ereplek op het hoofdpodium. Daarvan maakte vooral ‘Allez Soldaat’ indruk. Zanger gitarist Björn van der Doelen blijkt niet alleen een goede muzikant maar ook een uitstekend ‘aanelkaarprater’ van zijn liedjes. Aan het eind van de dag werd de band gekozen tot Beste Dialectband 2010. De toeschouwers en veel collega-muzikanten waren vooral verrast door de spontaniteit van de ex-profvoetballer en konden zich uitstekend in die keuze vinden. De winnaar van 2009, WC Experience, maakte er volgens verwachting een fraaie show van. De band mag zich langzamerhand ook al tot één van de muzikale exportproducten van Noord-Brabant rekenen.
Erik Holm, in het dagelijks leven programmamaker bij Omroep Zeeland, praatte de optredens op de drie podia aan elkaar. De festivalorganisatie stak goed in elkaar. Op de voorzieningen en entourage valt dan ook weinig aan te merken. Maar hoe het met het Dialectpopfestival verder moet, is volstrekt onduidelijk. Aan de vorm mankeert eigenlijk weinig. Het is een goed concept. Dat vindt ook festivalganger Patrick Timmermans. De alliantiemedewerker cultuur van de provincie Noord-Brabant (de belangrijkste subsidieverstrekker) ziet de aansprekende, modern klinkende muziek wel zitten. Die verdringt immers het soms wat oubollige imago van de dialectzangers. “Jammer, dat er niet meer publiek is.” constateert ook hij en daar zit hem natuurlijk de kneep.
Een festival zonder publiek is, net als het vaak bezongen café zonder bier, niet exploitabel. Toch lijken de organisatoren Kees Wondergem en Ron de Vos de handdoek nog niet definitief in de ring te werpen. Wondergem: “Alles even laten rusten, voor we beslissen wat we verder gaan doen.”

terug naar Dialectpopfestival

Deze pagina is bijgewerkt op