de Volkskrant op het web

Folkwoods Festival
draait steeds meer
om volksdansfolk

Muziek

Waarom vinden we Ierse wereldmuziek vreemd en Hongaarse folk normaal? De Hongaarse Transsylvanians, die gisteren het Folkwoods Festival bij het Brabantse Nuenen aandeden, zouden zo op een wereldmuziekfestival kunnen staan, terwijl we raar zouden opkijken als het Ierse Grada er optrad. Blijkbaar zijn Ierland en Schotland definitief ingedeeld bij de folkwereld, terwijl de rest van Europa in toenemende mate wordt ontdekt als rijke bron van wereldmuziek. Het is een van de raadselen die het begrip `wereldmuziek' omringen. Veel hoort er bij - heel veel zelfs - maar sommige dingen juist weer niet.
Op Folkwoods is het de balfolk - de op volksdansen gerichte muziekpraktijk die in België en Frankrijk inmiddels is uitgegroeid tot een ware rage - die elk jaar belangrijker wordt. Leuk voor dansliefhebbers, die dan ook in groten getale op het festival af komen, maar minder voor het luisterpubliek. Sommige acts ontstijgen amper het niveau van muzikaal behang voor een dansfestijn.
De `Schotse' Hollanders van Rapalje droegen een highlands-bewerking van de song Nothing Else Matters van Metallica op aan ‘alle hardrockliefhebbers die zich inmiddels te oud voelen voor een echt rockfestival’. Zowel rock als folk symboliseren voor velen nog altijd de geest van de sixties. Veel van de danslustigen - zelfs de jongeren - verschijnen in een uitmonstering die naar die tijd verwijst: lang haar en romantische kleding. Zelfs de `unisex' van weleer was op Folkwoods terug van weggeweest, in de gedaante van lange rokken (tot op de voet) voor zowel vrouwen als mannen.
Folkwoods ging vrijdagavond kwakkelend van start, met als enige uitschieter het optreden van de groep RoyAkkers, een muzikale verbintenis tussen folkveteraan Gerard van Maasakkers en countryzanger Jan Willem Roy. De muziek van het Brabantse tweetal mengt wonderwel, maar verraadt toch een botsing tussen twee werelden. Waar Maasakkers tot aan de overkant van het festivalterrein verstaanbaar is - in de folk speelt dictie een belangrijke rol - moet je bij Roy bijna liplezen. Bij country gaat het immers vooral om de juiste weemoedige toon.
De tweede festivaldag bracht een opvallend sterke set van de Vlaamse groep Kadril, die drie fantastische zangeressen had meegebracht: de ‘eigen’ Mariken Boussemaere, de Engelse Heather Grabham en de Hongaarse Szilvia Bognàr. Een andere verrassing was de Britse anarcho-punk-folkformatie Chumbawamba, die een geheel akoestisch optreden verzorgde met prachtig breekbaar gezongen verzetsliedjes.
Met festivalkrakers als Rowwen Hèze en het Vlaamse Ambrozijn nog in het verschiet was het optreden van Nynke Laverman zondagochtend om elf uur al een hoogtepunt. De jonge zangeres, die verraste met haar cd vol fadobewerkingen van Slauerhoffs poëzie, vertaald in het Fries, toonde zich een formidabele performer, die zich zonder meer kan meten met fado-wereldster Mariza. jammer alleen dat de bandoneónspeler van de plaat ontbrak. Nu klonken de arrangementen soms wat kaal.

Ton Maas


Deze pagina is bijgewerkt op