TC Tubantia op het web

Zomerfeest in De Vriezenhof

Lekker zingen en een ‘vretborrel’

De advocaatjes met slagroom staan al koel en klaar om geserveerd te worden. Natuurlijk is er ook een ‘Bessentje’, een ‘Jonge’, of een ‘Citroentje’, maar wil iemand gewoon wat frisdrank, dan kan dat ook. Alles is mogelijk.
De bewoners van het verzorgingstehuis De Vriezenhof vierden gisteren het jaarlijkse zomerfeest en daarvoor hadden personeel en vrijwilligers weer alles uit de kast getrokken om het de ouderen zo goed mogelijk naar de zin te maken. Tenslotte wordt dit jaarlijkse zomerfestijn georganiseerd voor de mensen die niet in de gelegenheid zijn om op vakantie te gaan. Gezelligheid troef op deze laatste dag van juli. Lekker eten en een appetijtelijk drankje hoort daar natuurlijk bij en met name voor de dames was de gele ‘vretborrel’, zoals het in Twente en omstreken genoemd wordt, een hoogtepunt op het feestje.
Organisator Annemiek van der Horst, secretarieel-medewerker van het huis, liep tevreden rond. ‘Ik wil mij zelf niet graag alleen de organisator noemen’, zegt zij. ‘We doen dit met het schaarse personeel dat er momenteel aanwezig is in het huis, in verband met de vakantie. Daarbij zijn er 25 vrijwilligers die ons helpen. En daar zijn wij heel blij om, want zonder hun medewerking zouden wij dit soort dingen absoluut niet kunnen doen’.
Annemiek wil ook graag even kwijt dat de keukenstaf op volle toeren draait vandaag. ‘Want alle lekkernijen komen uit eigen keuken’. Voor de bewoners begon het zomerfeest dan ook met een uitgebreid warm en koud buffet, dat buiten werd geserveerd. Op het terrein waren daarvoor grote, terrastenten neergezet, waar de bewoners lekker in de schaduw konden zitten. Dat was wel nodig, want het was warm. Tijdens deze gezamenlijke maaltijd, werden de bewoners onderhouden door de theatergroep De Stadse Leu uit Enschede, die in rap tempo grappige sketches opvoerden en liedjes zongen, alles in dialect. De in klederdracht gestoken entertainers verzorgden een paar keer een optreden met de ondertiteling ‘Ie mot er geveul veur hebb’n’. En daar had het oudere publiek geen gebrek aan.

terug naar De Stadse leu

Deze pagina is bijgewerkt op