magazine
van folk tot
wereldmuziek

NEWfolkSOUNDS op het web

Cor Mutsers en Jennemieke Snijders

Beter een goede cover dan een slecht eigen nummer

Tekst: Joop van den Bremen

In augustus 2009 vond voor de vierde keer het driedaagse festival Misty Fields in Asten plaats. Daar debuteerden Cor Mutsers en Jennemieke Snijders in het dialect. Gelijktijdig verscheen de tweede cd van het duo: Toe mer. Een paar maanden later dook ik, bijna letterlijk, met het tweetal de studio in die Mutsers onder zijn huis in Asten heeft ingericht. Er volgde een aangenaam gesprek over dialect, muziek, teksten, zingen en het creatieve proces.

Gitarist Cor Mutsers (1957) deelde het podium al met veel artiesten. Gé Reinders, Gerard van Maasakkers, Ilse DeLange, Mathilde Santing en Ton Engels vormen daar slechts een greep uit. Mutsers is sinds 2001 vaste begeleider van Lenny Kuhr en maakte drie cd’s met haar. Op het conservatorium van Maastricht studeerde hij in 1981 af op klassieke gitaar. Met zijn studiegenoot van toen, Chris Janssen, treedt hij tegenwoordig op en maakte hij een klassiek gitaar- cd. Mutsers wordt gerekend tot de beste gitaristen van Nederland. Toch vindt hij het noodzakelijk verder aan zijn gitaarspel te werken. “Ik ben altijd met lichte muziek bezig geweest. De laatste anderhalf jaar ben ik dat klassiek weer op gaan pakken en dat valt me toch wel zwaar. Maar ik wil het ook niet opgeven.”
Jennemieke Snijders (1978) uit Heusden (vlakbij Asten) heeft een zeer brede interesse. Op de middelbare school kon ze al moeilijk een vakkenpakket kiezen. “Ik vind eigenlijk alles leuk.” Tegenwoordig richt ze tuinen in en ontwerpt ze websites. Maar al veel langer is ze bezig met muziek. “Toen ik een jaar of veertien was, speelde ik al piano dus was ik in staat te begeleiden. Daar ging ik steeds meer bij zingen.” Sinds ‘mensenheugenis’ zet ze dan ook koortjes op de rails die ze vervolgens weer begeleidt.
Meer dan drie jaar vormen de twee een zang- en gitaarduo. Voordien hadden ze elkaar nog nooit ontmoet. Totdat Mutsers toevallig hoorde: “Oh Jennemieke Snijders, die moet ge bellen want die kan schôn zingen.” Dat deed hij: “Ik ben Cor, Jij bent Jennemieke hè? Zullen we eens wat gaan proberen. Zo is het ongeveer gegaan.”
Jennemieke spreekt thuis dialect: “Ja en niet alleen thuis. Het liefst overal.” Ook voor Cor is Brabants de voertaal: “Hier, in mijn ouderlijk huis, vanuit mijn nest zeg maar, en met heel veel mensen waarmee ik optrek.” Toch was de eerste cd van het tweetal Engelstalig. “Een goede cover is veel beter dan een slecht eigen nummer” vindt Cor, maar houdt niet van één op één kopieën. Dus werd die schijf gevuld met, “liedjes die we op een andere manier geïnterpreteerd hebben. Waarbij ik vaak, maar niet altijd, zoek naar liedjes gezongen door mannen. Want als Jennemieke dat zingt, dan komt er toch weer een andere lading in, op één of andere manier.”
Vorig jaar kwam de vraag om op Misty Fields op te treden. Dat hadden ze twee jaar eerder weliswaar ook gedaan. “Maar,” zegt Cor, “nu werden we gevraagd op de dialectendag. Je moet dan toch een half uur, drie kwartier spelen.” “En in het Brabants,” benadrukt Jennemieke. “Dat zijn toch al snel tien nummers.” Zoekend naar repertoire kwamen de teksten van Piet Snijders, de oom van Jennemieke, tevoorschijn. Die had in het verleden al materiaal aan Jennemieke gegeven. Het duo gebruikte teksten uit zijn dichtbundel en door hem hertaalde liedteksten vanuit het Engels in het Brabants. “Er zijn teksten die hebben we bijna letterlijk gebruikt,” vertelt Cor. “Hij was erg geïnteresseerd. Hij heeft wat met muziek en het contact verloopt lekker soepel. De liedjes die we uitgekozen hebben, bleken hem ook te boeien.”
Cor vindt de teksten prachtig: “Zo dicht als die bij me staan zo dicht heeft die Engelse tekst nog nooit bij me gestaan. Nu snap ik de teksten, van a tot z, tot in detail. Dichterbij kan niet. Dit zegt mij alles. De gevoelswaarde in ieder woord die klopt. Dat kan ik juist nu overzien. Dat kan ik in het Nederlands ook wel, maar in het Brabants nog beter en in het ‘buitenlands’ gewoon niet.”
Tijdens het festival vond de cd-presentatie van Toe mer plaats. “'k Zit lekker in mijn vel”, zingt Jennemieke Snijders in de opening (Ne schônen dag) en dat gevoel klinkt de hele cd door. Het zijn vooral vrolijke liedjes en als er een wat minder vrolijk klinkt, straalt er in de tekst toch hoop voor de toekomst door. De heldere stem van de zangeres en het sprankelende snarenspel van de oude rot in het gitaarvak laten het ene na het andere liedje uit de mond en instrumenten rollen. De stem van Jennemieke combineert uitstekend met die van Mutsers. Het lijkt of die nog iets extra’s toevoegt. “Dat is precies mijn doel.” zegt hij. “Dat vind ik echt leuk. Dat zoek ik op. Als ik alleen ergens gitaar zou moeten spelen, dan zou ik het niet willen doen. Ik wil gewoon zingen. Zingen interesseert me altijd.”
Op de nieuwe schijf staan tien tracks. Drie liedjes zijn helemaal nieuw. “Ome Piet” schreef de tekst voor Vrouwke in de Peel. Voor Nen dag van Andersom deed Jennemieke dat evenals voor Altijd nieuw, (Vur Anne) dat ze voor haar oudste nichtje schreef. “Dat doet ze bepaald niet onverdienstelijk,” schreef recensent Hans van Deelen in NFS 127. Toch vindt Jennemieke het schrijven van teksten niet eenvoudig. “Ik weet het niet, maar het heeft met het creatief proces te maken. Het begin is vooral ontzettend moeilijk. Als ik daar eenmaal door ben, dan gaat het wel.” Er wordt veel geschrapt. “Ik streep constant. Maar dat zit ook in mijn aard. Ik wil het meteen goed hebben en dat kan niet. Sowieso met creatief zijn, kan dat niet.”
Voor Cor, die de muziek bij de drie liedjes maakte, is componeren ook niet simpel. ”Je bent als gitarist of als muzikant altijd met muziek bezig. Er is altijd een drang om zelf iets te maken want dat geeft er net iets meer cachet aan. Onze vorige cd was vooral met liedjes die we op een andere manier geïnterpreteerd hebben. Maar als je zoekt naar meer, eigen stukken, eigen composities dan is dat voor mij ook een struggle. Je eigen muziek maken, dat is toch wel een streven terwijl ik niet componist genoeg ben om dat voor elkaar te krijgen. Dat probeer ik wel en wil ik ook. Ik heb op mijn eigen gitaar-cd van twee-drie jaar geleden eigen stukken staan. Ik ben daar het meest trots op maar vind het moeilijk. Ik heb heel veel respect en waardering voor mensen die dat wel kunnen.”
Naast het eigen werk zijn er liedjes van anderen te horen. Bij Marie-Louise verschoof Willem Vermanderes West-Vlaams naar het Brabants. Jennemieke vertaalde Love will find you again, van Pierce Pettis, in Liefde veindt jou wel wer. De overige vijf covers kregen een Brabantse tekst van Piet Snijders mee. Zo hertaalde hij onder meer Plumbline, van Kelly Joe Phelps in de titelsong Toe mer. Ook de andere liedjes stralen een prettige folk-countrysfeer uit.
De Keltische melodie Fear a'Bhata draagt het afsluitende, Van den herfst. Daarbij verhoogt wereldkampioen kunstfluiten, Geert Chatrou, de mystieke sfeer. “Het is een goed lied en een hele mooie melodie,” zegt Cor. “Dat soort melodieën lenen zich voor een instrument met lange tonen. Dat kan voor mij een viool zijn of een blaasinstrument en dan kom je eigenlijk al gauw bij Geert Chatrou uit. Dat fluiten gaat hem zo goed af. En dan noem ik ‘zijn fluiten’ ook maar een instrument met lange, mooie, volle tonen.”
Het duo wilde alles bewust kleinschalig; geen bonte verzameling met allerlei gastmuzikanten. “We wilden het allemaal zelf maken, met maar één naam erbij.” Dat werd dus Geert Chatrou. Ondertussen meldt zich, dwars door de geluidsdempende wand van de studio heen, een blaffende hond. Het is Saya, de Belgische herder van Cor die aan het eind van de cd, de luisteraar enigszins verwonderd achterlaat met een schijf vol liedjes in het dialect van de Brabantse Peel. Haar gastbijdrage bleef onvermeld.

terug naar Cor Mutsers
terug naar Jennemieke Snijders

Deze pagina is bijgewerkt op