MARITA BROEREN


Marita Bos-Broeren uit Boxmeer neemt regelmatig deel aan de liedjesavond van BCV De Geitenbok.
Broeren zong in 1993 samen met Jacqueline van Eck en Mat Cornelissen het lied De scepter van de prins tijdens de liedjeswedstrijd in Boxmeer.
In 1994 nam Broeren samen met Lea Jansen, Jacqueline van Eck, Ria Verdellen, Mai Rothof, Frank Schrijen, Eugène Lameé en Jos Keijsers deel aan de Liedjesavond in Boxmeer. Het octet zong As ik ien ow oge kiek.
In 1997 zong ze samen met Jos Keijsers en Gradje Vervoort het lied Wanne bok op deze liedjeswedstrijd. In hetzelfde jaar zong ze daar ook nog met Jacqueline van Eck, Flos Remmen, Ria Verdellen, Tonnie Janssen en Claartje van Kasteren het lied Ik heb mien hart an Boxmèr verlore.
Ook in 1998 zong ze samen met Jos Keijsers en Gradje Vervoort. Deze keer het lied Zo bin ik op de plaatselijke liedjeswedstrijd.
Samen met Roel Verheggen, Ria Verdellen, Jacqueline van Eck, Mai Rothof, en Frank Schrijen zong zij in 1999 op deze liedwedstrijd Haawd'ow vast. Het lied werd de Karnavalskraker 2000.
Broeren zong in 2000 Efkes kwiet tijdens de liedjeswedstrijd in Boxmeer.
In 2001 zong Marita Bos Lèlluk tijdens de liedjesavond van BCV De Geitenbok.
Marita Broeren won in 2002 samen met Jos Keijsers de liedwedstrijd in Boxmeer. Het lied Geit en bok werd daarmee de Karnavalskraker 2003.
Samen met Jos Keijsers en Gradje Vervoort zingt zij Boxmér is zó moj.
Marita Bos maakte ook deel uit van de formaties Zwart Wit, De Zonnige Zussen en De Paparazzi's.


DISCOGRAFIE

CD samen met Jos Keijsers en Gradje Vervoort

"Brabants 16" (Stichting het Brabants, 2007)

Deze pagina is bijgewerkt op