De Limburger op het web

Broers Peters weten wat publiek wil

Al 33 jaar spelen de gebroeders Peters als carnavalsartiesten zalen plat in Limburg en ver daarbuiten. Reden voor een hoge onderscheiding van de BCL.

Van Dré Peters, met 64 jaar de oudste van de drie broers uit Roermond, mag de uitreiking van de onderscheiding van de Bond van Carnavalsverenigingen in Limburg (BCL) niet te lang duren. Het eerbetoon vindt plaats tijdens de eerste van twee bonte avonden van VV De Veldjmuus en het publiek van de Muus komt niet naar de Oranjerie voor lange toespraken. Dat wil de gebroeders Peters aan het werk zien. Dré, Koos (55) en Ben (48) weten na al die jaren op de bühne precies wat het publiek wil.
Onderbroekenlol, humor van de straat. Die heeft de bonte avonden van de Muus groot gemaakt. „Ons publiek komt vanuit Eindhoven en Maastricht naar Roermond om onze soort humor te horen. Wij waren de eersten die recht voor z’n raap durfden te zijn op de bühne van De Oranjerie. Toen we begonnen bij de Muus begin jaren negentig, maakte Pierre Huyskens zaliger nog de teksten. In 1982 moest ik daar zo lang op wachten, dat ik zelf maar aan het schrijven ben geslagen”, zegt Dré.
Broer Koos is vaak degene die met de teksten aan de haal gaat. Hij improviseert graag en veel. Tot grote hilariteit van het publiek, dat het meteen door heeft wanneer Dré en Ben niet meer weten waar hun broer Koos met een sketch heengaat. „Wij begonnen in een tijd dat een boer nog een agrariër genoemd moest worden op het toneel. Daar hadden wij al vrij snel lak aan.” Zet de gebroeders Peters aan een tafel en de anecdotes vliegen je om de oren. Verhalen over regisseurs die gillend gek werden, omdat de gebroeders de volgorde van de pagina’s tijdens de voorstelling op z’n kop zetten. Of die keer dat Ben de spiekbriefjes van Dré had weggegooid. Geen toeschouwer die minder heeft gelachen. Bij het ophalen van herinneringen rollen de broers de tranen van het lachen over de wangen. Koos vertelt: „In ‘85 hadden we Ben als het Vrijheidsbeeld goud geverfd en in de nok van de Oranjerie gehesen. Gaandeweg de sketch zou hij naar beneden worden getakeld. Maar vanwege de hitte in de nok en Bens hoogtevrees, begon hij stevig te zweten. Wij lachten ons beneden rot om de schilfers verf die naar beneden kwamen dwarrelen, maar het publiek wist van niets. Die wisten niet dat Ben daar hing.”
Zelf lol beleven aan het artiest zijn, is de reden dat de broers het zo lang vol hebben gehouden. De optredens vormen een uitlaatklep voor de moeilijke tijden die weekblad De Trompetter – het levenswerk van de broers – vanwege een reorganisatie doormaakt. „Dat gaat je aan de pens”, zegt Dré, die inmiddels met pensioen is. Ben en Koos laten liever niet te veel los. „Als we de bühne opstappen, zijn we alles kwijt. Daarna in de auto pieker je weer. Maar we hebben onze hobby’s als uitlaatklep.”



Deze pagina is bijgewerkt op