magazine
van folk tot
wereldmuziek

NEWfolkSOUNDS op het web

Wereldmuziek is niet dood,
maar er zit wel een raar luchtje aan

Merkwaardige belevenis was dat, de uitreiking van de Edisons voor Jazz/Wereldmuziek in Muziekcentrum Frits Philips, afgelopen november in Eindhoven. Bij binnenkomst werden de bokken van de schapen gescheiden. Genodigde bankzaken, mediabonzen alsmede aanverwante artikelen zaten in de zaal, verscheidene uitverkorenen zelfs aan tafeltjes met gérant; het gemene volk werd doorverwezen naar de engelenbak.
Gids door de avond was Co de Kloet, Zappafan en maker van radioprogramma's over jazz en wereldmuziek bij Radio 6, waarvan hij een tijdlang hoofd muziek geweest is. Er kwam veel jazz voorbij van de meer belegen soort. Goed gespeeld maar met kop en kont verankerd in het midden van een brede, grijze weg. Want wat je ook mag zeggen van Trijntje Oosterhuis, om maar een voorbeeld te noemen, veel avontuur is er aan haar liedjes niet te beleven. De Kloet schoof een bekend citaat van zijn idool ('Jazz is not dead, it just smells funny") kies terzijde en uitte zich in lyrische woorden over alles en iedereen.
Tot de categorie Wereldmuziek aan de beurt kwam. In deze opzet was het een mal vijfde wiel aan de wiebelende jazzwagen, al is er natuurlijk meer dan voldoende wereldmuziek die een artistieke winterslaap houdt in een knus nestje van pluizige jazz en al enige jaren voorgeeft daarin energie op te doen. Winnaar Gé Reinders was uit een heel ander, frisser hout gesneden. Zijn cd Bloas mich 't landj door, liedjes gezongen in de taal van zijn hart en geboortestreek en begeleid door twaalf Nederlandse blaasorkesten, had met evenveel recht mogen meedingen en winnen in de categorie rock'n roll. Nu kreeg je de indruk dat voor de Randstad Limburg en de traditie van het blaasorkest cultureel al aan gene zijde van de horizon liggen. Gé zelf stond te glunderen voor het Metropole Orkest, vond dat zijn cd best een wereldplaat genoemd mocht worden, en zong een wonderschoon liedje over twee oprechte liefhebbers van blaasmuziek.
Maar wat dit hele onderdeel in een vreemd licht zette was de inleiding van De Kloet, waarin hij meldde dat wereldmuziek niet bestond. Nu is het een dubieuze en onhandige term, maar om dan meteen de hele categorie te diskwalificeren is wat al te gemakkelijk, zeker als hij die banier aan zijn eigen programma's laat wapperen. Het had van meer visie en durf getuigd als hij jazz in de ban gedaan had. Als je wereldmuziek op zo'n manier dood verklaart, zit daar een merkwaardig luchtje aan.

René van Peer

terug naar Gé Reinders

Deze pagina is bijgewerkt op