De VPRO op het web

GÉ REINDERS EN DE ‘BLAOSMUZIEK’

Zachte Gé

De Limburgse zanger Gé Reinders wordt tijdens zijn theatertournee begeleid door dertig verschillende blaaskapellen en harmonieor-kesten. Voor een optreden in VPRO's Vrije Geluiden repeteerde Gé met de Douane Harmonie Nederland.

DOOR LOKIEN DE BIE

WOENSDAGMORGEN 11 januari. In de grote sporthal van het Schulenburch-complex in Woerden wordt het doodstil. De 46 orkestleden van de Douane Harmonie Nederland staken hun geroezemoes, het stemmen van hun instrument en het bladeren in de partituur. Dirigent Frenk Rouschop heft z'n stokje, knikt naar gastzanger Gé Reinders en telt af. Daar gaan ze. De klarinetten, trompetten, saxofoons en de trombones. ‘Blaosmuziek,’ zingt Gé, ‘blaosmuziek bleust mich ómver...’ De Roermondse zanger Gé Reinders (52) zingt in een Limburgs dialect. Daarbij laat hij zich begeleiden door ‘blaosmuziek’. Maar wat wij doorgaans met ‘hoempapa’ aanduiden, bloeit hier open tot kleurrijke, verfijnde muziek die ergens zweeft tussen de biotopen van het chanson, klassieke muziek en folk. Afwisselend melancholiek, poëtisch of swingend, vormen de klanken van het harmonieorkest de juiste bedding voor Reinders' intieme liedteksten. Of zoals hij het in zijn eigen taal zingt: ‘Mit toeters en belle 'n sjoon verhaol vertelle.’
Vorig jaar maakte de Limburgse liedjesmaker de cd Blaos mich nao hoes, waarop hij in zijn vijftien mooiste liedjes wordt begeleid door vijftien verschillende orkesten - acht harmonieën, zes fanfares en een brassband. Op die cd, uitgebracht door de eigen platenfirma van Gé en zijn vrouw, is ook zijn eerdere nummer Blaosmuziek uit 1999 te horen. Deze subtiele ode aan de blaasorkesten die zich vooral op zondagochtend laten horen is een steevaste stijger in de Radio 2 Top 2000: in 2005 bereikte het nummer, dat nog nooit in de ‘gewone’ hitparade heeft gestaan, plaats 67. Tot Gé's oprechte verbazing; aan succes is de bescheiden zanger uit Roermond nog steeds niet helemaal gewend. Maar hij laat zich er niet door van de wijs brengen, vertelt Reinders in de pauze van de repetitie met de Douane Harmonie. ‘Samen met mijn vrouw heb ik een eigen bedrijfje opgericht, de VOF Liedjes. We hebben een eigen platenmaatschappij, uitgeverij, boekingskantoortje. Vroeger wilde niemand ons. En nu bellen ze allemaal. Maar ik doe alleen de dingen die ik leuk vind.

Conservatorium
Muziek maken vond Reinders als kind al leuk. ‘Als gymnasiumleerling speelde ik in bandjes. Daarna ben ik psychologie gaan studeren, omdat ik verwachtte geen kans te maken op het conservatorium. Mijn fluitleraar dacht er anders over en na mijn kandidaats ben ik overgestapt naar het conservatorium.’ Reinders koos aanvankelijk voor een carrière als onvervalste pubrocker. Overdag zat hij op het conservatorium in Maastricht en was hij muziekleraar. 's Avonds stond hij in een of andere tent te zingen met zijn band. Het was leuk, maar hij wilde iets anders. Reinders: ‘Ik schreef m'n liedjes in het Engels, wat voor mijn gevoel hoorde bij de puberteit. Daar groeide ik op een goed moment uit, en toen ben ik in het Limburgs gaan schrijven. Daar kom ik veel dieper mee.’
En tot Gé's verbazing waren het niet alleen zijn provinciegenoten die zijn Limburgs repertoire waardeerden, maar groeide zijn gehoor in de rest van Nederland, onder meer door de uitvoerige lof die Toon Hermans hem toezwaaide, tot in hartje Amsterdam. Door de kracht van de muziek wordt elke taalbarrière omver geblazen, vermoedt Gé. ‘We spelen overal en we krijgen de hele tent aan het zingen! Afgelopen zondag in Winterswijk, nou jongens, daar ging zeshonderd man aan de gang.’

Sfeer maken
Onder de titel Blaos mich nao hoes toert Reinders door het land, waarbij hij zich bij elk theateroptreden laat begeleiden door de plaatselijke harmonie. Reinders: ‘Dat is veel regelwerk, ja. Al een jaar van tevoren krijgen ze de partituren om in te studeren. En dan kom ik één of twee keertjes langs om te repeteren. Het is wel veel extra werk, maar uniek, en dat maakt het zo leuk. Met elk orkest is het anders. Dankzij de uitstekende arrangementen, benadrukt de liedjesmaker, gemaakt door drie verschillende arrangeurs. Maar tekst en muziek zijn van hem, en ja, hij heeft wel in zijn hoofd hoe het moet klinken. Reinders: ‘Er moet af en toe iets gebeuren waar je kippenvel van krijgt. Dat is mijn criterium: kippenvel: Hoe hij dat voor elkaar krijgt? ‘Ik probeer altijd een goede verstandhouding op te bouwen met het orkest. Dan ga ik eerst een beetje praten, een beetje sfeer maken, zodat iedereen er zin in heeft. Je moet zorgen dat het leuk is. Tijdens de repetitie groeit er iets. En dan doen we tijdens het concert opeens iets moois, wat helemaal niet in de partituur staat. Een harmonieorkest vereist een totaal andere manier van zingen. Reinders: ‘Popmuzikanten spelen een tel zó: tak, tak. Bij blazers klinkt het als whaf, whaf, die moeten met 46 man tegelijk eerst ademhalen. Daardoor ga ik echt anders zingen, ik zing op hun adem. Super-charmant vind ik dat. En soms als er emotie bijkomt gaat zo'n heel orkest versnellen, dat is zo leuk.’ Gé Reinders is een gelukkig man. ‘Ik heb het idee dat alles op z'n plaats valt. Alles wat ik ooit geleerd en gedaan heb kan ik nu gebruiken.’

____________________________________
Vrije Geluiden: Gé Reinders-blaos-muziek
ZONDAG, NEDERLAND 3, 11.00-12.00 UUR
www.vpro.nl/vrijegeluiten

Deze pagina is bijgewerkt op