Ruud's Music Magazine op het web

Johnny G

John Göbbels uit Kerkrade:
“Zingen en entertainment brengen, dat is mijn leven!”

Twaalf jaar lang was hij metselaar, maar door een ongelukkige val blesseerde hij zijn knie en zit hij nu al meer dan een jaar werkloos thuis. Stilzitten zit echter niet in zijn aard en dus heeft John Göbbels besloten om een carričre in de muziekwereld op te bouwen. Onbekend met die wereld is hij niet, want inmiddels is hij al 16 jaar actief als DJ bij café ’t Pumpje in Kerkrade.
Hij zingt in het Nederlands, Duits, Engels, Kölsj, noem maar op. Hij heeft een prima stem, maar natuurlijk zal het ook voor Johnny G, zo luidt zijn artiestennaam, niet gemakkelijk zijn om een plaatsje in het midden- of topsegment te bereiken. Aan zijn enthousiasme en inzet zal het echter niet liggen. Dames en heren, uw aandacht voor: Johnny G!

John, je bent vierendertig. Hoe ben je op het idee gekomen om als zanger/entertainer te gaan optreden?
“Ik ben al meer dan 16 jaar DJ in café ’t Pumpje in de St. Pieterstraat te Kerkrade- Chevremont. Een paar jaar geleden kwam een collega van mij op het idee om een carnavals-CD-tje te maken, maar dat werd geen succes. De bekende Kerkraadse arrangeur en producer Lei de Bruyn, die ik al jaren ken en een zeer goede vriend van me is, zag echter wel mogelijkheden met mij en dat leidde er twee jaar geleden toe dat ik als solozanger gestart ben. Ik verzamelde zoveel mogelijk bühnemateriaal, coverplaatjes en ging ook enkele eigen nummers van Lei brengen. Op die manier kon ik een start maken. Aanvankelijk met Duits- en Nederlandstalige liedjes, maar op advies van o.a. Hans van Wiggen, Guus Smeets, Victor Huyts en zangeres Marleen uit Schinveld ben ik mij gaan toeleggen op het Limburgstalige feestrepertoire.
Ik streef ernaar om deze zomer een album met 10 nummers uit te brengen, met hoofdzakelijk nieuwe nummers. Die CD zal opgenomen worden bij Lei de Bruyn. Lei zal de muziek van de nieuwe nummers schrijven en de teksten zullen grotendeels door Marleen geschreven worden. In verband met het carnavalsseizoen is er begin dit jaar een mini-CD met zes nummers uitgebracht, dat luistert naar de titel: “Van Kirchrao… bis kiek mar”. Hierop staat natuurlijk het allerbekendste carnavalsliedje van Kerkrade: ’t sjunste op de Welt. Ook staat er een medley op met bekende, oude carnavalsliedjes van Kerkrade. Een ander opvallend nummer op dit schijfje is de titel ‘Eh eh’. Het is een liedje zonder tekst, waarin ik eigenlijk alleen maar ‘Eh eh’ zing. Het liedje gaat over een frequente cafébezoeker die iets te diep in het glaasje heeft gekeken en eigenlijk alleen nog maar zijn stem een beetje kan ‘schrapen’. Het is een zeer aanstekelijk en vrolijk liedje geworden. Tijdens de opnames hebben Lei en ik in een deuk gelegen. Ik moet dat liedje echter niet te vaak ‘zingen’, want echt goed voor de stem is het natuurlijk niet”.

Heb je vroeger ook al gezongen?
“Nee, dat is echt iets van de laatste jaren. Mijn zangbereik is prima, maar toen ik pas begon kreeg ik stembandproblemen. Ik ben toen naar de logopedist geweest en die kwam al snel tot de conclusie dat ik niet de juiste ademhalingstechniek hanteerde. Uiteraard ben ik na deze ontdekking gaan werken aan mijn ademhaling. Als je inadement dien je je buik vooruit te steken. Bij mij was dat precies andersom! Inmiddels doe ik dit wel goed en zijn ook de stembandproblemen verleden tijd”.

Welke muziek is jouw eigen favoriete muziek?
“Ik ben helemaal gek van de Klostertaler en de Schürzenjäger. Van die groepen heb ik alle CD’s, DVD’s, noem maar op. Een aantal nummers van deze groepen zing ik graag, maar dan wel voorzien van een Limburgse tekst. Kijkend naar de Limburgse muziekscene heb ik veel bewondering voor Marleen en Patrick Roger. Het artiesten die heel veel energie in hun eigen carričre steken, niet afgunstig zijn en altijd klaar staan als je advies nodig hebt. Met name Marleen en Lei de Bruyn staan mij enorm ter zijde. Als mijn carričre echt op gang komt heb ik dat met name aan dit tweetal te danken.
Als Kerkradenaar zing ik niet in het Kerkraads dialect, maar in algemeen Limburg, omdat het Kerkraadse dialect naar mijn mening minder goed verstaanbaar is voor een groot aantal Limburgers”.

Zie je jezelf als een carnavalsartiest of toch niet?
“Nee, ik ben geen carnavalsartiest. Daarvoor is mijn repertoire te groot, alleen al vanwege het feit dat ik, naast het Limburgs, ook in het Nederlands, Engels en Duits blijf zingen. Nee, carnaval is elk jaar voor mij min of meer een project. Het grootste deel van mijn optredens vindt overigens buiten Kerkrade plaats. Veel van die optreden krijg ik binnen via het artiestenbureau van Marleen: Swing Star. Ook in het muziekcafé Bie d’r Maurice in Heerlen treed ik geregeld op. Maurice (Monsieur Maurice) is ook zo’n ontzettend fijne gastheer, die altijd voor me klaar staat”.

De Limburgse muziekwereld telt tientallen, zoniet honderden artiesten. Op welke manier ga je proberen een eigen imago te vormen?
“Ik wil op een vlotte, eigentijdse manier overkomen, niet te behoudend, niet te traditioneel. Mijn kleding laat ik aansluiten aan de aard van het optreden, maar meestal kies ik voor een strakke spijkerbroek met een modern hemd van Italiaanse snit. Daarnaast zie ik mijzelf niet uitsluitend als zanger, maar ook als entertainer. Ik ben geen artiest die bewegingsloos op het podium staat. Nee, ik wil bezig zijn met het publiek, een praatje maken, van links naar rechts vliegen, wat attribuutjes gebruiken, noem maar op. Dat heb ik allemaal geleerd in mijn periode als DJ”.

Welk beroep heb je, naast je muzikale activiteiten?
“Tot mijn grote spijt zit ik al meer dan een jaar zonder werk. Twaalf jaar lang ben ik, tot volledige tevredenheid, metselaar geweest. Door een stom ongeluk, ik ben van een stoel gevallen toen ik iets van een kast wilde pakken, is mijn linkerknie dusdanig beschadigd dat deze nooit meer helemaal zal herstellen. Bepaalde delen zullen zelfs door kunststof vervangen moeten worden. Hoe dan ook, hierdoor moest ik mijn vak vaarwel zeggen en me gaan omscholen. Omscholen naar min of meer een kantoorbaan. Dat is in deze tijd echter niet gemakkelijk. Ik hoop dan ook dat ik als artiest toch een bepaald bestaan kan opbouwen. Dat is mijn grootste wens. Overal waar ik maar mag meezingen, daar ben ik van de partij. Voor mijn part elke avond, hoe meer, hoe liever. Mijn grootste voorbeeld binnen de Limburgse muziekwereld is Erwin vaan ’t Merretkoer. Mede door hem ben ik gaan zingen. Hij heeft natuurlijk een fantastische stem waar ie enorm mee kan uithalen. Wat dat betreft is er geen enkele andere Limburgse artiest die hem kan benaderen en dat maakt hem uniek. Men vergelijkt mijn stem wel eens met die van Hein Simons, je weet wel, Heintje. En men bedoelt dan het stemgeluid dat hij nu heeft. Of dat een reële vergelijking is durf ik zelf niet te zeggen, maar hij heeft in elk geval een mooie, donkerbruine zangstem”.

Hoe zie je jouw eigen muzikale ontwikkeling?
“Stapje voor stapje, niet te overhaast. Ik wil met beide benen op de grond blijven staan. Met mijn knieën is dat sowieso noodzaak, ha ha! De komende maanden gaan Lei en ik ons concentreren op het nieuwe album. Daarbij zal ik proberen zelf ook enkele teksten te schrijven. Bij al mijn muzikale activiteiten word ik enorm gesteund door mijn ouders, die bij de meeste optredens aanwezig zijn. En daarnaast zijn er de positieve adviezen van mensen als Hans van Wiggen, Guus Smeets, Maurice Grooten, Marleen en noem ze allemaal maar op. Jawel, de Limburgstalige muziekwereld bevalt mij wel. Organisaties die graag eens met mij willen kennismaken en mij een kans willen geven: bel gerust, ik stap bij wijze van spreken meteen in de auto!”

Voor meer informatie kunt u John bellen, tel. 06-20399832, e-mail howies@home.nl U kunt ook de site www.gbvpumpje.nl bezoeken en doorklikken naar Johnny G.

terug naar John Göbbels

Deze pagina is bijgewerkt op