Nieuwsblad
van het noorden

opgegaan in het Dagblad van het Noorden

Eltje Doddema:
tippelzone geen taboe

Geen enkel onderwerp mag een taboe opleveren voor de liedjesschrijver. Vandaar dat er geen ongerustheid behoeft te bestaan over de drijfveren van Eltje Doddema uit Stadskanaal. Als je vijfentwintig jaar als zanger-songwriter en componist ’in het vak’ zit, heb je ’t al over veel dingen gehad. Maar nog nooit over een fenomeen als de tippelzone in Groningen. Het werd tijd. Op zijn vijfde cd met veertien teksten k Mag die geern. ('k heb iets met je) bewerkte hij het oeroude lied Lily Marlene tot Tippelstee. Zeer duidelijk en zeer Gronings.
Eltje Doddema heeft veel met het Gronings. Hij is ermee opgevoed en opgegroeid, geeft voor gemêleerde gezelschappen cursussen volgens het stramien Siemon Reker - na de zomer weer in Sellingen: tien avonden over spreken en schrijven, taal en historie. En als hij zingt en zelf schrijft of inspiratie put uit het werk van anderen staat het Gronings het dichtst bij hem en vertoeft hij in zijn gevoel het dichtst bij het Gronings. Zo werkt het.
Hij is locatieleider van de Parkwijk-basisschool in Stadskanaal, 45 nu en kijkt veertig jaar muzikaal terug. Want op zijn vijfde was hij al lid van de drumband Kunst en Strijd in Muntendam... Vele jaren later verklaarde hij zijn liefde aan diverse orkesten en formaties die zich op feesten geramd bezig hielden met Top 30 en Top 40. In 1973 kwamen we Doddema voor het eerst tegen als solist onder de naam Allan Ray. Dat soort kunstjes zijn hem thans vreemd. Zijn vrouw Geesjen (21 jaar huwelijk) houdt hem op de rails op basis van eigen teksten en voor ’t merendeel eigen melodieen. Eltje Doddema spreekt qua repertoire over ’luisterliedjes’. Joe Cocker vindt ie lekker, maar als vertaler ’moeilijk te benaderen’. Zijn leven speelt zich af op school, op diverse podia - meestal in besloten circuits - en bij de korfbalclub Stadskanaal ’74 waarvan hij voorzitter is.
Een weloverwogen beschouwer geen blaaskaak. Maar is er toch iets waarvan Eltje Doddema spijt heeft? Dat is er. "Ik had gitaar willen leren spelen, maar die kans heb ik laten liggen helaas. Het is er niet van gekomen. De tijd ontbreekt.”
"Van ’t Gronings kun je niet leven. Dat hoeft ook niet. Niemand van de Groninger zangers en zangeressen leeft er van”, zegt Doddema die tijdens de presentatie van zijn cd vocaal gezelschap zocht van Bert Toebak en van Fransien Kuiper uit Assen (bezig met een nieuwe cd waarop onder meer een duet met Albert Kamphuis. Vanmörgen vloog ze nog). Het duet met de entertainer en zanger Bert Toebak ontleende Doddema aan To all the girls we loved before van Willie Nelson en Julio Iglesias dat een nieuw leven gaat leiden als Veur elke vrauw.
Tegenwoordig treedt Eltje ook op met zijn echtgenote Geesjen. Zijn vrouw ’zingt minder’, maar zij leest gedichten en verhalen van eigen hand en Doddema vult de rest van de avond met zijn liedjes. Twee mensen in een afwisselend programma, twee solisten die op him eigen manier een publiek dat van ’t Gronings houdt weten te boeien.

terug naar Eltje Doddema

Deze pagina is bijgewerkt op