de Volkskrant op het web

Bij hun tokus

Toen rockband Normaal op Hemelvaartsdag 1975 voor het eerst optrad (in Lochem), was het repertoire Engelstalig, maar bracht de in de streektaal gezongen Drieterije Blues iets bijzonders teweeg bij het Achterhoekse publiek.
'Ik heb ze bij hun tokus. Nu vasthouden!', zo reconstrueert zanger Bennie Jolink zijn gedachten van toen in Ik zeg oeh!, een reconstructie door fan ('anhanger') en Telegraafverslaggever Jan Colijn.
Ach ja, Bennie Jolink. We weten onderhand alles over hem: Frank van den Engel portretteerde hem in de film Ik kom altied weer terug (2001) en Jos Palm in de biografie Oerend Hard (2005). Waar het over Normaal gaat, gaat het over Bennie.
De belangrijkste verdienste van Ik zeg oeh! is dat dit het verhaal van de héle band vertelt. Dat werkt verfrissend, niet in de laatste plaats dankzij het perspectief van medeoprichter Jan Manschot ('Brekken Jan Schampschot') en Willem Terhorst ('Wimken van Diene'), die haast even moeilijk valt weg te denken als 'Buizen Beernd' (Jolink).
Ook minder bekende ex-leden vertellen hun verhaal: de Achterhoekse Brit Alan Gascoigne ('De Gaspiepe') en Tessa Boomkamp, de jonge blondine die tijdens optredens Ik zag niks, want ik mos pissen mocht zingen.
Samen schetsen ze een panoramisch beeld van Nederlands beroemdste dialectrockband, en het valt in Colijn te prijzen dat hij er meer van maakte dan een oral history: hij wijdt een hoofdstuk aan 'de emancipatie van het platteland' en behandelt aanvaringen met de fiscus.
De laatste jaren treedt Normaal ook weer af en toe op in de oerbezetting op. Vreemd? Manschot vindt van wel: volgens hem is het 'moderne' Normaal geen echte band meer en zou Jolink er goed aan doen er na een laatste tournee een punt achter te zetten. Mocht dat gebeuren, dan voldoet Ik zeg oeh! als het 'definitieve' Normaal-boek.

Menno Pot
terug naar Normaal

Deze pagina is bijgewerkt op