De Gelderlander op het web

Carnavalshits gelardeerd
met closetborstels

Door MAARTEN-JAN DONGELMANS

Closetborstels, die met turbo-kracht de zaal in worden gesmeten, een swingende koe die opduikt uit de feesttent, een ballet van levensgrote pilsglazen: niets is te gek op het traditionele Schlagerfestival in de dampende Groesbeekse sporthal Heuvelland.

Lollig en leuk allemaal, maar het draait deze zaterdagavond natuurlijk om de muzikale carnavalshits. Het 'Keulen van Gelderland' wordt helemaal wild van schlagers in het eigen dialect, gezongen door plaatselijke feestneuzen, en dat is niet vreemd. Het heuveldorp heeft genoeg talent in huis om stevig door te kunnen 'blèren'.
De stampvolle sporthal hoort de prestaties van de 28 schlagergroepen op de bühne redelijk rustig aan. Wie tussen de pilsjes door precies op de hoogte wil blijven van het gebodene kan terugvallen op de met honderden tegelijk uitgereikte Blèreboeken. Hierin staat het gros van de teksten plus de namen van de deelnemers.
Eigenlijk is zo'n Blèreboek niet nodig, want de groepen zijn redelijk tot goed verstaanbaar. De loeiharde uitversterking vervormt nauwelijks, zodat wie dat wil, kan meegenieten van alle ontboezemingen.
Echte dorpspolitiek duikt nauwelijks op. Maar dit Schlagerfestival 2004 geeft wel een goede kijk op hetgeen de Groesbekers zoals bezighoudt.
Zo zingen De Snorren in Ien Gruusbek lit mien haort over de dure bouwkosten van een nieuwe woning ('t Lupt ien de papiere, ge betaolt 't volle pond). De rasechte Groesbeker staat dan voor een dilemma. Aan 'gunne kant' lonkt immers het Duitse alternatief 'Kom bej uns ein hauschen kaufen'. Bij De Snorren is dat aan dovemansoren gericht: 'ien Gruusbek lit toch ons haort'.
Terwijl buiten de winterstorm in alle hevigheid losbarst, dreunt in Heuvelland de sirtaki. De Niksnutters hebben Niko's de Griek binnengehaald: die moet de alleen maar plannen makende Groesbeekse raad maar eens tot actie aanzetten. Een kijkje in het hart van mannelijke carnavalisten gunt ons de groep De Schûpers. Die wil tijdens de drie dolle dagen niets minder dan een 'supervrommes' (supervrouw). 'Ok al is ze blond en dom, as ik mar aon mien trekken kom'.
Liefde voor de koe wordt beleden door 't Kos Kwoier. Tijdens hun ludieke optreden staat niet de koe maar de zaal op springen. Duk d'r nève biecht op tijdens carnaval graag een glas bier te willen wezen en onderstreept dat met een prachtig ballet van dansende pilsglazen. Vastenavond zit carnavalsvereniging Wej in het bloed. Zij brengen als olijke paters een ode aan het Groesbeekse zottenfeest en gooien met alle macht, na eerst een zegenend gebaar te hebben gemaakt, de closetborstels de zaal in. Enkele voltreffers zijn het gevolg.
Van de 28 deelnemende groepen schieten De Sjorro's met Kiek heej, Kiek zeej in de roos. Deze club tekent voor de winnende schlager 2004. De Snorren (Ien Gruusbek lit mien haort) gaan met de publieksprijs aan de haal.
Tijd om bij te komen van deze heftige avond is Groesbeek nauwelijks gegund. Zondagmiddag betreedt de jeugd van nul tot vijftien jaar het strijdtoneel.
Ook hier is het volop feest.
Van alles wa, kinderen van drie 'volwassen' groepen met de kraker De Carnavalse Dans, eindigt met het hoogste aantal punten. De Stekkenbergse Vrollies worden tweede. Alle andere deelnemers delen de derde plek.
In de prijzen gevallen of niet: het maakt niet uit. Groesbeek is de échte winnaar dit weekeinde. Het heuveldorp zit ook in 2004 niet om een goede schlager verlegen.


Deze pagina is bijgewerkt op